interview
Regisseur Levan Akin over Crossing Istanbul
In Crossing Istanbul, de nieuwe film van de Zweeds-Georgische Levan Akin (44), krijgen we een intiem inkijkje in de hechte transgendergemeenschap van Istanbul. Winq sprak de regisseur over het casten van trans personen, zijn fascinatie voor Istanbul en zijn verantwoordelijkheid als queer filmmaker. “Film kan een krachtig middel zijn om veranderingen een boost te geven.”
Akin brak in 2019 internationaal door met zijn tweede speelfilm And Then We Danced, een queer coming-of-ageverhaal over een heimelijke liefde tussen twee jonge mannelijke dansers op een conservatieve dansschool in Georgië. De film maakte na de wereldpremière op het filmfestival van Cannes een ware zegetocht langs festivals en bioscopen, maar zorgde in Georgië voor hevig protesten van ultraconservatieve groepen. Zelfs de invloedrijke Georgische Orthodoxe kerk sprak een officiële veroordeling over de film uit. Het weerhield Akin er niet van om door te gaan met films maken. Sterker: het vertellen van queer verhalen werd hierdoor des te belangrijker voor hem.
Begin 2024 ging op het filmfestival van Berlijn zijn nieuwste film Crossing Istanbul in première, die daar gelijk werd beloond met de Teddy Award, de juryprijs voor de beste film met een lhbtqia+-thema. In de film volgen we Lia, een gepensioneerde lerares in Georgië die wil weten wat er is gebeurd met haar nichtje Tekla. Niemand weet waar zij is, totdat Achi, een avontuurlijke buurjongen, Lia vertelt dat haar nicht naar Istanbul is verhuisd. Samen reizen ze af naar de Turkse miljoenenstad om Tekla te zoeken. Het lijkt een onmogelijke speurtocht, totdat ze Evrim ontmoeten, een advocaat die zich inzet voor de rechten van trans personen. Langzaam ontdekken Lia en Achi niet alleen de geheimen van Tekla, maar ook de hechte transgendergemeenschap in Istanbul. Crossing Istanbul is daarmee niet alleen een zoektocht naar een verloren gewaand familielid, maar ook naar wat identiteit en een gemeenschap voor iemand kunnen betekenen.
Voor je nieuwe film verzorgde je niet alleen de regie en montage, maar schreef je ook het script. Daarmee is het een zeer persoonlijk project geworden. Waarom was het vertellen van dit verhaal zo belangrijk voor je?
“Het eerste zaadje voor de film werd geplant toen ik vijf jaar geleden in Georgië mijn vorige film And Then We Danced draaide. Op de set ontmoette ik een groep trans vrouwen die me vertelden over hun sekswerk in Istanbul. Hun verhalen maakten iets in me los. Het tweede zaadje was de ophef die de film veroorzaakte toen deze in Georgië werd vertoond. Een ultraconservatieve groep bedreigde bioscoopbezoekers en blokkeerde vertoningen. Dit soort anti-lhbtqia+-opvattingen, die deels uit de Sovjettijd komen, wilde ik graag in een film laten zien. Zo wordt in Crossing Istanbul in het dorp van Lia en Achi openlijk afgegeven op gay en trans personen en op sekswerkers. Ten slotte wilde ik graag een film maken in Istanbul, omdat ik enorm gefascineerd ben door deze stad.”
Waar komt die fascinatie vandaan?
“Ik ging er als kind al heen, omdat er familie woonde, maar ik leerde alle lagen van de stad pas echt goed kennen toen ik volwassen was. Het is een fascinerende en extreem diverse metropool, waar iedere minderheid een eigen plek kan vinden. In de film heb ik het over ‘het recht om te verdwijnen’. Je kunt hier positief naar kijken: mensen kiezen ervoor om op te gaan in een zelfgekozen plek in de stad, zonder dat ze worden gemist of in de gaten worden gehouden door anderen. Tegelijkertijd kun je dit als iets negatiefs zien, omdat zichtbaar kunnen zijn ook voor trans mensen heel belangrijk is, en dat is voor hen, zelfs in Istanbul, zeker niet altijd even makkelijk of veilig.”
Wat is voor jou het belangrijkste thema van de film?
“Istanbul vormt voor veel lhbtqia+-mensen uit het binnenland van Turkije, Iran en de Kaukasus een toevluchtsoord én een toegangspoort naar Europa. Outsiders die in hun voormalige woonplaats buiten de norm vallen, kunnen in Istanbul veel anoniemer leven, zonder continu door dorpsgenoten te worden aangestaard. Mensen in verdrukking die elders een beter leven vinden, drukken niet alleen een stempel op de plek waar zij belanden: door hun vertrek verandert ook de plek die ze verlaten – dit zie ik duidelijk gebeuren in Georgië, waar de situatie voor outcasts met de dag slechter wordt. Dit fascinerende gegeven moest voor mij per se een van de hoofdthema’s van het script vormen. Het maken van deze film is mijn manier om activistisch te zijn en de protesten vanuit de lhbtqia+-gemeenschap die er gelukkig ook zijn te ondersteunen.”
Wat was voor jou de belangrijkste drijfveer om Crossing Istanbul te maken?
“Ik wilde krachtig laten zien dat je je leven moet leven zoals jij wil, zonder je iets aan te trekken van wat andere mensen van je vinden. Je hebt immers maar één leven. Het is een thema dat in al mijn films op een bepaalde manier terugkomt, maar dat door mijn gesprekken met queer mensen in Istanbul voor mij veel meer betekenis kreeg. Het toonde me een wereld waar ik weinig van afwist en die me de inspiratie gaf waarmee ik de personages in mijn film een hart en een ziel kon geven.”
Hoe zag de voorbereiding voor de film eruit?
“De researchperiode viel samen met een van de covid-lockdowns, dus dat was een enorme uitdaging. Istanbul was toen immers een totaal andere stad. Gelukkig kwam ik wel in contact met een aantal queer en trans organisaties, waaronder het activistische Pink Life, die in de film vertegenwoordigd wordt door Evrim, de advocate die opkomt voor de rechten van de lhbtqia+- gemeenschap en trans personen in het bijzonder. Via deze organisaties leerde ik veel mensen uit de gemeenschap kennen. Een aantal van hen is ook in de film te zien. Maar minstens zo belangrijk vond ik het om trans mensen ook op te nemen in het productieteam. Ik wilde de filmcrew zo divers en inclusief mogelijk maken. Pink Life gaf ook trainingen aan het team om te zorgen voor meer bewustwording rond deze thema’s.”
Hoe verliep het castingproces?
“Het was voor mij de moeilijkste film om te casten tot nu toe. En dan heb ik het niet alleen over de drie hoofdrollen, maar vooral ook om alle bijrollen zo menselijk mogelijk te maken. Elke rol, hoe klein dan ook, moest een volwaardig personage worden met een eigen leven en achtergrond. Het moest voor mij aanvoelen als ‘cinéma vérité’, alsof ik met de camera in echte levens duik. Alsof je wordt opgenomen in een gemeenschap waarin iedereen een bijzondere en onmisbare rol heeft.”
Hoe kijk jij naar het vraagstuk of trans rollen enkel zouden mogen worden gespeeld door trans acteurs?
“Het is een ingewikkeld maar belangrijk onderwerp waar ik me als filmmaker bij het maken van deze film steeds bewuster van werd. Het was een leerproces om hierbij zo breed mogelijk naar inclusiviteit en diversiteit te kijken. Dat gaf me ook enorm veel plezier en bevrediging, al zie ik ook dat in de filmwereld soms stappen vooruit worden gezet, maar vaak ook stappen terug. Ik wil de discussie vooral breder trekken. Het moet gaan over hoe we cast en crew zo inclusief mogelijk maken. Een hetero acteur kan prima een gay personage neerzetten, maar gay acteurs moeten hierdoor niet in de verdrukking komen. Zeker omdat het aantal filmrollen al schaars is. Tegelijk moet je oppassen om niet te typecasten. Voor Crossing Istanbul vond ik het essentieel dat ik trans mensen trans rollen liet spelen. Sowieso zou ik me er niet comfortabel bij voelen om een cis persoon een trans rol te geven. Om zo’n rol overtuigend neer te kunnen zetten, moet je toch echt de geleefde ervaring meebrengen, vind ik.”
Welke films of series met een queer invalshoek of met queer personages hebben jou in je jeugd gevormd?
“Ik groeide op in de jaren tachtig en negentig en had als jonge gay man een enorme behoefte aan representatie op tv, maar die was er nauwelijks. Ja, de eerste kus tussen twee jongens in Melrose Place [een ook in Nederland zeer populaire soapserie in de jaren negentig – red.], al stelde de zoen zelf erg weinig voor. Tot ik op m’n dertiende bij mijn tante thuis op de Zweedse tv John Waters’ film Polyester zag, met in de hoofdrol de flamboyante drag artiest Divine. Ik was geshockeerd, verrast en aan de buis gekluisterd. Via John Waters’ films ging er een compleet nieuwe wereld voor me open. Maar hoe fascinerend en bizar ze ook waren, ik had ook behoefte aan films die dichter bij mezelf stonden. Films die zich afspeelden in bijvoorbeeld Georgië, waar mijn roots liggen. Films waar ook anderen zich mee kunnen vereenzelvigen. Zo kwam later And Then We Danced tot stand.”
Voel je een verantwoordelijkheid als queer filmmaker richting de queer-gemeenschap?
“Zeker. Film kan een krachtig middel zijn om veranderingen een boost geven. Als je andere perspectieven laat zien, beïnvloedt dat hoe mensen over zaken denken, bijvoorbeeld over de positie van trans mensen. Ik wil dat de personages in mijn films veerkracht uitstralen en inspireren. Er is in mijn verhalen geen plek voor navelstaarderij of sarcasme. Ik ben juist op zoek naar eerlijke emoties, ook in films van anderen. En ondanks dat ik inmiddels minder vaak in Georgië kom en me meer verbonden voel met de Zweedse filmgemeenschap, probeer ik zoveel mogelijk films van Georgische makers te bekijken. Het is een spannende en uitdagende plek om films te maken.”
In hoeverre ben je als filmmaker veranderd de afgelopen jaren?
“De laatste jaren probeer ik steeds persoonlijker te worden en de kanten van mezelf die ik eerder wegstopte juist naar voren te halen. Eén ervan is manische nostalgie: een sterk verlangen naar ontmoetingen met mensen om hun levens in me op te nemen. Daarom was draaien in Istanbul voor mij een geweldige en energieke ervaring. Of het nu op een volle boot op de Bosporus is, of op andere drukke plekken in de stad; overal zijn mensen en verhalen. Dat maakte echt iets in me los.”
Met welk gevoel hoop je dat kijkers de bioscoop verlaten na het zien van Crossing Istanbul?
“Ik hoop dat ze de zaal uitlopen, iemand opbellen van wie ze houden en die persoon vertellen dat ze veel om hen geven.”
Crossing Istanbul draait sinds 17 oktober in de Nederlandse bioscopen.