reizen
Reisverhaal: knettergezond in Japan
Honderdplussers in overvloed
De archipel Okinawa en het eiland Kyushu tonen een andere kant van Japan. Vol heilzame natuur, knettergezond eten en een levendige queerscene.
Okinawa is een eilandenrijk in het zuidwesten van Japan dat
is omringd door de Oost-Chinese zee en de Stille Oceaan. Het
was ooit een onafhankelijk land genaamd Ryukyu, tot het in
1879 geannexeerd werd door Japan. Hierdoor heeft Okinawa
nog altijd unieke gebruiken en gewoonten, wat zich uit in de
traditionele klederdracht (de kimono’s zien er net even anders
uit hier), andere muziek (de sanshin is een snaarinstrument
dat nergens anders voorkomt) en in de lokale gerechten
die gegeten worden. Zoete aardappel is bijvoorbeeld een
typisch streekgerecht. Of ietwat hardcore: varkensoren. Best
lekker trouwens, al doen ze uiterlijk wellicht wat denken aan
gefrituurde elastiekjes. Het traditionele eten in Okinawa is
bovendien knettergezond. Het eiland is niet voor niets een
van de weinige ‘blauwe zones’ ter wereld, waar honderdplussers ruim vertegenwoordigd zijn. Het weer helpt ook mee,
net als de ligging: er zijn talloze hagelwitte stranden en een
azuurblauwe zee, met beach resorts waar je helemaal tot rust
komt. Vanuit de hoofdstad Naha ben je met een ophaalservice
zo op de Kerama-eilanden voor een dagje snorkelen of duiken
(mits in bezit van brevet) tussen de tropische vissen in het
kristalheldere water.
happy gay place
Over Naha gesproken: het mag dan de hoofdstad zijn van Okinawa, groot is het er niet met ongeveer 315.000 inwoners. Die staan bekend om hun vriendelijkheid richting de lhbtiqa+-gemeenschap, wat mooi uitkomt, want Naha heeft een behoorlijk grote regenboogcommunity. Midden in het centrum vind je de wijk Sakurazaka, waar de tijd heeft stilgestaan. Ooit was dit de rosse buurt, maar inmiddels is het uitgegroeid tot een happy gay place met rond de veertig gaybars,- clubs en -restaurants. Die barretjes zijn lekker compact en je kunt er terecht voor karaoke onder het genot van een glaasje Awamori, de lokale likeur. Een clublounge genaamd Legend organiseert ieder jaar in juni het evenement LEGEND, waar dragqueens, dj’s en gogoboys optreden en waar honderden mensen op afkomen. Eens per jaar is er een pride-evenement genaamd Pink Dot, en ’s zomers organiseren de gaybars verschillende strandfeesten. Eind juni organiseert Bar 036 zelfs een bear party op het strand, waar gays uit heel Azië op afkomen. En ten zuidoosten van Naha is er bovendien een populair gay strand: Mibaru. Al met al zou je Naha het grootste gay resort van Oost-Azië kunnen noemen. Het bestuur van Naha stelt zich zelfs actief op als ‘sponsor’ van de openstelling van het huwelijk voor iedereen ongeacht het geslacht, dat in Japan nog niet officieel is ingevoerd. Er wordt wel al flink geoefend: sinds 2013 is er elk jaar een bijeenkomst tijdens de eerdergenoemde Pink Dot Pride waarbij koppels van hetzelfde geslacht in de echt worden verbonden. Al is dat dan misschien niet écht.
Je kunt al je tijd verpozen op het strand of al Britney Spears karaokend in de kroeg, maar je bent natuurlijk niet voor niets de halve wereldbol over gereisd. Daarom hier nog enkele tips om te ondernemen in de omgeving van Naha.
tsuboya yachimum street
Naha heeft net als andere delen van Japan behoorlijk wat
te verduren gehad in de Tweede Wereldoorlog. Hele wijken
zijn platgebombardeerd, maar dat is dit fotogenieke straatje
bespaard gebleven. Hier zie je een keur aan ambachtelijke winkeltjes in panden die zijn omgeven door bomen en
bloemen. Let vooral op het aardewerk van de pottenbakkers,
daar is niks sufs aan. Met het strakke ontwerp van servies,
schalen en vazen haal je hier je designklassiekers in huis,
bijvoorbeeld van de Ikutouen Tsuboya Pottery. Vraag vooral
ook even of je mag kijken in een pottenbakkerij, alwaar de
makers geconcentreerd achter hun draaitafels zitten te
kleien, boetseren en schaven.
valley of gangala
De vallei van Gangala is een andere topattractie die je
niet mag missen. Waan je terug in de oertijd, toen hier nog
mensen woonden in dit grottencomplex dat is omgeven
door groen. Oogverblindend zijn de enorme banyanbomen, waarvan sommigen 150 jaar oud zijn. Ook mooi: een
stalactiet in de vorm van een forse fallus, die volgens de
overlevering werd aanbeden in de hoop op een vruchtbaar
leven. Heel toeristisch is het hier niet. Je gaat op pad met
een tekstvel vol uitleg in het Engels, maar dat is in principe
voldoende om de geschiedenis van de vallei tot je te nemen.
De rondleiding begint in de loungegrot die is omgedoopt tot
Cave Café. Daar krijg je een draagfles koude jasmijnthee om
je nek gehangen en na ongeveer een uur en twintig minuten
sta je weer buiten.
nakijin castle ruins
Een oud kasteel uit de veertiende eeuw waar niet veel meer
van overeind staat dan de fundering, is dat interessant?
Jazeker wel. Kom hier rond eind januari, begin februari, dan
pak je de kalmerende kersenbloesems mee van de bomen
die hier een stuk eerder bloeien dan in noordelijker gelegen
delen van Japan. Ga je in het weekend, dan kan er zomaar een
foodfestival bezig zijn bij de ingang, met zeewierhapjes of die
elastiekjes van varkensoor. Maar het leukst is het stalletje van
een dame op leeftijd waarin ze kopjes rietsuikersap verkoopt,
vers geperst doordat ze die enorme stengels suikerriet live
voor je ogen verpulvert in een machine uit het jaar nul.
Het eiland Kyushu is het op twee na grootste van Japan en
wordt gezien als de bakermat van de Japanse beschaving.
Van de grote eilanden is Kyushu het meest zuidelijk gelegen,
op ongeveer twee uur vliegen van Tokio. Het ligt het dichtst
bij Zuid-Korea, niet zo vreemd dus dat de Koreanen hier zo’n
beetje de enige toeristen zijn. Wat die hier komen doen?
Het eiland is bergachtig en hier zijn een aantal vulkanen te vinden. De grootste daarvan is de Aso, met een hoogte van 1592 meter en een komvormige krater met een omtrek van ongeveer 120 kilometer die gevuld is met bijna kokend water. Dankzij het vulkanisme zijn er veel heetwaterbronnen op Kyushu, die op verschillende manieren worden gebruikt: om in te badderen, om huizen mee te verwarmen of als toeristische attractie. Fukuoka is de grootste stad van het eiland met het belangrijkste vliegveld. Vanaf daar huur je een auto en rijd je bijvoorbeeld naar Beppu, een plaats in de bergen waar de stoom je letterlijk om de oren slaat. Kyushu is populair vanwege de vele ryokans, oftewel de traditionele hotels met kamers waarin je slaapt op een futon en baadt in een onsen, gezamenlijk met andere mensen in een warmtebron. In Yufuin, een plaats niet ver van Beppu, overnachten wij bij Onjuku Yagura. Onze kamer heeft een eigen onsen, zo groot als een gemiddelde Nederlandse vijver. Een bad nemen is nog best pittig, want de watertemperatuur is tussen de 40 en 42 graden. Aan dat water worden allerlei goede eigenschappen toegedicht, omdat het mineralen bevat die goed zouden zijn voor je huid. Geen wonder dus, dat die Koreanen hier massaal komen poedelen. Bij Onjuku Yagura kun je overigens ook prima dineren. In een open ruimte (ook ’s winters) krijg je hier allerlei soorten vis, vlees en groente geserveerd (Wagyu beef!), die je zelf klaarmaakt op een tafelbarbecue.
Ook hier is van alles te doen en te bewonderen. Naast een keur aan wellnesscentra in allerlei vormen en maten (van bubbelbaden tot bosbaden en voetenbaden tot modderbaden) zijn er verschillende locaties die de moeite waard zijn.
yunotsubo kaido street
In het hart van het plaatsje Yufuin vind je dit idyllische straatje vol bijzondere winkels. Zo is er een kaaswinkel (probeer de aardbeien die onder een laagje kaas verstopt zitten, trefzekere combi!), een sjieke shop met earlgrey-cheesecakes verpakt in houten kistjes, een winkel die volledig in het teken staat van Studio Ghibli en hun animatiefilms (My Neighbour Totoro, Spirited Away, The Boy and the Heron), afgewisseld met allerlei eethuisjes en koffiecorners.
kinrin lake
Aan de voet van de berg Yufu en op loopafstand van Yunot- subo Kaido Street ligt dit prachtige kleine meertje waar je in een kwartier omheen wandelt. Het water is warm en op koude dagen stijgt er mist op uit het meer, wat zorgt voor een sprookjesachtig en sereen effect. Net als de koikarpers trouwens, die in het water hun ding doen.
umi jigoku en chinoike jigoku
Sommige onsens zijn zo groot dat deze heetwaterbronnen
tot een attractie zijn uitgegroeid. De watertemperatuur is zo
hoog (98 graden) dat ze ook wel hellen worden genoemd. Het
plaatsje Beppu kent er zeven, waarvan wij de ‘Sea Hell’ en de
‘Blood Hell’ bezoeken. Umi Jigoku is die ‘zeehel’, met water
net zo fel turquoise als de mooiste oceaan. Er stijgen dikke
wolken stoom uit op, die zwavelachtig ruiken. Eromheen is
een tempelcomplex gebouwd, net als een tuin met planten uit
het Amazonegebied, die hier prima gedijen in warmte van de
bron. De kleur van Chinoike Jigoku is niet blauw, maar rood:
dat komt door de hete modder uit de ondergrond, die veel
ijzeroxide en magnesium bevat. Deze onsen is iets kleiner en
wordt vanwege de kleur ‘bloedhel’ genoemd. Vergeet tot slot
ook niet een bezoek te brengen aan de immense souvenirshop bij deze onsen. We kochten er een jaarvoorraad zeep
met vermoedelijk helende krachten, maar ook een zak Chupa
Chups-badzout met aardbeiensmaak. Eh ... geur.
hello kittyland
Ben je eindelijk helemaal fucking zen, dan kun je je daarna
weer onderdompelen in hysterie. Dat kan in het themapark
dat eigenlijk Harmony Land heet, maar Hello Kittyland klinkt
leuker. Het park staat geheel in het teken van alles dat kawaii
is (schattig). Er is een reuzenrad, een Hello Kitty-kasteel,
allerlei carrousels, gondels om een stukje in te varen of pak
een botsautootje mee. Eigenlijk is dit voor kinderen bedoeld,
maar je bent zo oud als je je voelt. En heb je eenmaal je kawaii-fix gehad, kun je daarna weer helemaal ontspannen met
bijvoorbeeld een zandbad, waarbij je tot aan je hoofd wordt
ingegraven in heet, helend zand. Ben je zó toch weer zen!