“Surinaamse mensen zijn – terecht – kritisch over hun gerechten”

Leroy Niekoop vertelt over zijn signature dish

Gepubliceerd
Leestijd: < 1 min

In deze rubriek vragen we onze lezers welk gerecht zij op tafel zetten wanneer ze écht indruk willen maken. Bijvoorbeeld bij een eerste date, als ze voor het eerst gaan koken voor hun schoonouders, of wanneer ze gewoon goede culinaire sier willen maken. Leroy Niekoop (27), programmamedewerker bij een mensenrechtenorganisatie, over zijn vegan bojo.

“Koken doe ik vaak, en zoveel mogelijk plantaardig. Daarbij vind ik het leuk om veganistische varianten van bestaande gerechten te bedenken. Ik eet nu zo’n drie jaar vegan, en ben gaan kijken hoe ik dierlijke ingrediënten kan vervangen door groenten. Het lukt aardig; ik mis vlees eigenlijk niet. De Surinaamse keuken wordt echt geassocieerd met vleesgerechten. Maar de basis van die gerechten – dus voordat het vlees erbij komt kijken – is al heel erg lekker. Bij pindasoep bijvoorbeeld, zie ik de kip meer als een toevoeging dan hoofdingrediënt.

Voor vrienden maak ik graag een vegan bojo, da’s een zoete cassavetaart met kokos. Het is een ingewikkelde taart, hij is iets zwaarder dan andere taarten en moet een beetje klef zijn, maar niet té klef. Het was relatief eenvoudig om hem vegan te maken: ik heb de koemelk vervangen door sojamelk en gebruik plantaardige boter. Meer was er niet nodig.

Surinaamse mensen zijn – terecht – kritisch over hun gerechten dus ik vind het spannend om dit te maken. Als mensen het lekker vinden en niet merken dat het een veganistische variant is dan maakt dat mij extra blij. 

Vroeger kwam het met andere gerechten weleens voor dat ik een klein maar essentieel ingrediënt miste, zoals bakpoeder. Tegenwoordig lees ik alle ingrediënten even hardop voor om zeker te weten dat ik alles in huis heb. Ik heb een lijstje van gerechten waar ik nog een vegan variant van wil maken; Surinaamse pasteitjes staan bovenaan. Die zijn met kip of ei, dus ik ben benieuwd of dat gaat lukken.”

Signature Dish Leroy
Signature Dish Leroy

Surinaamse bojo

Ingrediënten

1 kilo geraspte cassave (diepvries) • 300 gram lichte basterdsuiker • 200 gram geraspte kokos • 1,5 theelepel vanille-extract • 1,5 theelepel amandelextract • 1 eetlepel kaneelpoeder •  heelepel zout • 100 gram blanke rozijnen (in bruine rum gedrenkt) • 200 milliliter ongezoete sojamelk (of andere plantaardige melk) • 600 milliliter kokosmelk • 150 gram plantaardige boter (gesmolten)

Bereidingswijze

Voorbereiding
Plaats de rozijnen tenminste een dag van tevoren in een potje of glas en giet de rum erbij tot alle rozijnen onder staan en dek af. Hoe langer de rozijnen op de rum staan, des te lekkerder ze worden! Indien je liever geen rum gebruikt, kun je deze stap overslaan. Haal de geraspte cassave de avond van tevoren uit de vriezer en plaats het in de koelkast om te ontdooien.

Bereiding
Verwarm de oven voor op 170 °c. Vet een bakblik van 20 x 30 cm in met wat plantaardige boter. Meng de cassave, lichte basterdsuiker en geraspte kokos goed door elkaar in een kom. Voeg daarna vanille- en amandelextract, kaneelpoeder, zout, sojamelk en kokosmelk toe en meng dit door elkaar. Voeg ook de rozijnen toe. Indien je de rozijnen in rum hebt gedrenkt, giet deze dan even af voordat je ze aan de bojo toevoegt zodat de rum die nog niet door de rozijnen is opgenomen niet in het beslag terechtkomt. Smelt 150 gram plantaardige boter en voeg dit aan het geheel toe. roer alles goed door elkaar en proef of alles lekker op smaak is. Voeg naar smaak nog wat extra extract of bijvoorbeeld zout toe.

Schenk het mengsel in het bakblik en bak de bojo in ongeveer 90 minuten gaar. Controleer vlak voor het einde van de baktijd of de bojo gaar is door er met een satéprikker in te prikken. Als deze er schoon uit komt, is de cake gaar. Bak de bojo niet te lang: een goede bojo is een beetje klef en smeuïg. Laat de bojo goed afkoelen voordat je gaat snijden!

Foto's: Jasper Koekoek

Powered by Labrador CMS