Uit onze archieven:
Technoclub Bassiani: het donkerste stukje vrijheid van de Kaukasus
Berghain van Georgië
In de razend populaire technoclub Bassiani wordt niet alleen tot zonsopgang gedanst. Het is een sociale beweging en een hub voor de zwaar onderdrukte LHBTQ’s en drugsgebruikers in Georgië. “De feestgangers krijgen stempels bij de ingang met de opdruk ‘parlement om zeven uur’, zodat ze weten wat ze te doen staat zodra ze wakker worden.”
Het is zomer 2017. Ik wurm me in een lange rij voor de meest besproken nachtclub van de Kaukasus: Bassiani. Hordes hipsters en ravers staan voor me, prachtig in zwart gekleed of een andere hedonistische stijl waar ze zich prettig in voelen. Een groter verschil met de grijze mensenmassa op straat is er niet. We worden goed gecontroleerd. Niet op basis van of je er wel exclusief genoeg uitziet, maar eerder of je de mensen binnen niet in gevaar gaat brengen.
Ze hebben al eerder mijn Facebook-profiel bekeken toen ik mijn kaartje kocht, zodat ze konden inschatten of ze homofoben of voetbalhooligans in huis halen of niet. “Please follow me, miss”, zegt een van de uitsmijters tegen een transvrouw terwijl hij haar vriendelijk naar binnen begeleidt. Maar wacht, we zijn in Tbilisi, de hoofdstad van Georgië…
“In het stadion slaan misschien wel duizend homofobe voetbalhooligans ultranationalistische kreten uit, terwijl er recht onder hen mannen staan te tongen”
Bassiani is een wereld op zich, een vrijhaven binnen het zeer christelijke Georgië dat maar 3,7 miljoen inwoners telt. “Georgiërs zijn macho, masculien, en hartstikke homofoob”, zegt Paata Sabelashvili (39) in een Skype-gesprek. Hij is prominent activist voor de Georgische LHBTQ-gemeenschap en drugsgebruikers, en nauw betrokken bij de organisatie van Bassiani. Hoewel LHBTQ’s niet door de staat worden opgepakt (zoals in naburig Tsjetsjenië), homo’s niet worden opgehangen (zoals in het nabije Iran), of gaybars worden opgeblazen (zoals in buurland Armenië), leven LHBTQ’s nog steeds in een constante staat van oplettendheid.
Volgens Paata worden LHBTQ’s veelvuldig in elkaar geslagen en is de politie hen dan vaak niet te vriend. “Afgelopen maart werden er nog twee transvrouwen achtervolgd en in elkaar geslagen door de receptionisten van een ziekenhuis, waar ze juist hulp kwamen zoeken”, voegt hij toe. Zelf woont Paata sinds drie jaar niet meer in Georgië, maar werkt hij voor hiv-bestrijding bij de Eurasian Coalition on Male Health in Estland. Hoewel Georgië nog steeds binnen zijn werkveld valt, wil hij voorlopig niet terug. “De LHBTQ-organisaties doen goed werk, er is een nieuwe generatie opgestaan. Het enige wat mij mogelijk terug kan halen, is Bassiani – dat vind je nergens anders ter wereld.”
Tikkeltje Tel Aviv
Bassiani is de plek waar alle minderheden samenkomen. De club werd in 2014 opgericht en is gehuisvest onder de Dinamo Arena, het stadion van het nationaal elftal en de grootste voetbalclub uit Tbilisi. Het contrast kan haast niet groter. In het stadion slaan misschien wel duizend homofobe voetbalhooligans ultranationalistische kreten uit, terwijl er recht onder hen mannen staan te tongen. De buitenkant van de arena is al imposant, de binnenkant − een vervallen Sovjet-zwemcomplex uit 1932 − misschien nog wel meer.
Hoewel men er komt om gewoon goed naar de klote te gaan, hebben eigenaars Zviad Gelbakhiani en Tato Getia de tent duidelijk gebouwd op twee pilaren: acceptatie van LHBTQ’s en drugsgebruikers, en ze een veilige time out geven van de alledaagse struggles, vandaar ook het strenge deurbeleid. Dat is volgens Paata geen wonder: “Veel LHBTQ’s, drugsgebruikers, sekswerkers en andere onderdrukte minderheden ervaren hun problemen met politie of hooligans onderweg naar de club of wanneer ze weer naar huis gaan. Daarnaast zijn veel werknemers van Bassiani onderdeel van de gemeenschap of willen ze hun vrienden niet verlinken bij de politie.” “Bassiani is geen club, het is een sociale beweging waarvan de muziek slechts de soundtrack is”, vertelt een emotionele Paata. Zo is Horoom niet alleen een queer feest, de gelijknamige Facebook-groep is ook de plek waar men geld inzamelt voor transgenders die uit hun huis zijn gezet en waar jongeren verhalen over hun coming-out delen. “Er was laatst een jongen die een bericht plaatste dat hij zijn moeder had verteld dat hij op mannen valt. Ze had liefdevol gereageerd met: ‘Ik ook.’ Kijk, dit soort verhalen wordt steeds beter.”
Staat van wetteloosheid
Georgië werd in 1991 onafhankelijk toen de Sovjet-Unie uiteenviel, maar belandde daarmee in een diep zwart gat. De jaren negentig waren een van de donkerste periodes voor de bevolking: twee burgeroorlogen om de inmiddels afgescheiden republieken Zuid-Ossetië en Abchazië, gewelddadige bendes die de straten domineerden en een bloedige coup d’état. Elektriciteit of verwarming in huis was een luxe en rijen voor de bakker waren eindeloos lang. Daarbovenop was homoseksualiteit nog tot 2000 strafbaar en was het eerder regel dan uitzondering dat je met kalasjnikovs de straat op ging. Je kunt je er moeilijk iets bij voorstellen. “We leefden in een staat van totale wetteloosheid”, zegt Paata over de post-Sovjet-chaos van de jaren negentig. Zoals je bijvoorbeeld ook in Berlijn en Belgrado zag, opende zo’n ellende bovengronds de deuren voor een grote punk- en rockscene ondergronds. En die was politiek van aard. “We waren op zoek naar vrijheid, individualisme en non-conformisme. Deze tijd was fantastisch. Hoewel op scholen nog Sovjet-boeken werden gebruikt waarin homoseksualiteit als ziekte werd beschreven, en veel van die rockers best homofoob waren, waren de feesten vanaf het begin gay-friendly. Iedereen respecteerde elkaars kunst. Er kon zomaar een rockconcert plaatsvinden in de ene ruimte en een modeshow van een gay designer in de andere.
“Het was en is niet alleen een gaybar, het is ook de plek waar LHBT’s leren om met elkaar te communiceren in het openbaar”
Mijn eerste crossdress-feest dat ik ooit bijwoonde, was toen.” Op de vraag of Bassiani deze inclusiviteit en acceptatie tegenwoordig nog groter weet te vatten, reageert Paata: “Totaal. Het enige mooie uit de jaren negentig herleeft daar. Ik zie er zo veel oude vrienden waarmee ik in de jaren negentig heb gedanst.”
De vrijzinnige undergroundscene van de jaren negentig verdween toen de economie stabiliseerde en velen de financiële mogelijkheid kregen het land te verlaten. Paata kwam in 2002 uit de kast bij zijn moeder nadat hij terugkwam in Tbilisi van zijn studie aan de Central European University in Boedapest, een plek waar hij voor het eerst mensen zag strijden tegen homofobie. “In die tijd kwam niemand uit de kast. Oudere mannen waar ik seksueel contact mee had, verklaarden me voor gek omdat ik out was. Ze drukten me op het hart snel een vrouw te vinden en kinderen te krijgen, zoals zij deden. Niemand kende überhaupt de term coming-out, of ze zagen het in ieder geval niet als iets bevrijdends”, zegt Paata, terwijl hij nostalgisch lijkt te mijmeren. Door deze geïnternaliseerde homofobie en het feit dat het internet pas mondjesmaat op gang kwam, konden LHBTQ’s zich moeilijk verenigen en waren de contacten vooral seksbelust.
Paata ging zelf vaak naar internetcafés om mannen te vinden. “Toen de bekende gaychatsites opkwamen, was ik altijd de eerste subscriber uit Georgië. Ik moest de bedrijven mailen om mijn land op de lijst te zetten.” Paata ging vaak naar een bekend cruising internetcafé met de bijnaam ‘Flamingo’. “Via het IP-adres van Flamingo, dat we uit ons hoofd kenden, konden we zien of iemand in hetzelfde café zat om mee te chatten en af te spreken. De laatste cijfers van het IP-adres stonden altijd op de computers. Zo heb ik ooit een jongen waarmee ik chatte, gevraagd van welke koffie hij hield, de koffie besteld en netjes bij z’n computer afgeleverd. Hij schrok zich dood.”
Ondertussen zat Paata niet stil en probeerde hij het gesprek van de slaapkamer naar de kroeg te loodsen. Begin jaren 2000 organiseerde hij meerdere gayfeesten in Success Bar, de eerste gaybar in Georgië. Nia Gvatua (27), de huidige eigenaresse van Success Bar, benadrukt in een chatgesprek de relevantie van haar café: “Het was en is niet alleen een gaybar, het is ook de plek waar LHBTQ’s leren om met elkaar te communiceren in het openbaar, omdat dit daarbuiten gewoon niet echt gebeurde. In Success komen allerlei mensen: homo’s, lesbiennes, bi’s, priesters, politici.” De feesten die Paata destijds gaf, kwamen mede tot stand met Nederlandse steun. “Het was lastig om in die tijd iets op touw te zetten in een klein post-Sovjet-staatje zonder traditie van LHBTQ-organisaties en bepaalde veiligheidsgaranties, ver van de EU. Dit was ons dan ook nooit gelukt zonder de financiële steun van COC Nederland en de foto’s van Erwin Olaf die we gratis mochten gebruiken als posters voor onze feesten.”
Streng zerotolerancebeid
Hoewel Georgië middels de Rozenrevolutie in 2003 zijn blik meer richtte op Europa in plaats van Rusland, kwam de nieuwe president Mikheil Saakashvili (getrouwd met de Nederlandse Sandra Roelofs) met een fel zerotolerancebeleid. “Drugsgebruikers waren de eerste slachtoffers”, zegt David Subeliani (41) in een Skype-gesprek. David is een van de leiders van White Noise Movement, de grootste actiegroep die strijdt voor de rechten van drugsgebruikers in Georgië. “De gevangenissen puilden uit. Het maakte niet uit of je een halve joint in je tas had zitten of vijftig kilo cocaïne, op vijf tot twintig jaar kon je wel rekenen.” Ook Paata werd daar slachtoffer van toen zijn kantoor van de LHBTQ-organisatie waar hij in 2009 voor werkte, werd overvallen door de politie: “Omdat de politie dreigde expliciete foto’s van lesbische collega’s te publiceren, heb ik alle documenten meteen ondertekend om mijn straf uit te zitten.” Hij heeft uiteindelijk een paar weken vastgezeten.
“Omdat de junks van de straten werden geveegd, ontstond er een nieuw type drugsgebruiker: de jonge, open-minded hipster die ‘recreatief’ wat gebruikt in het nachtleven”, zegt David, doelend op de bezoekers van Bassiani. “Zij worden niet uitgekotst door de maatschappij, omdat men inziet dat ze nog wel wat van hun leven kunnen maken. Vroeg of laat zullen ze toch tegen dezelfde muur aanlopen: de wet. De politie heeft zelfs vrij recentelijk systematisch drugs op jongeren geplant die ze verdacht van drugsbezit of simpelweg uit de weg wilde ruimen.” De regering is inmiddels #NoPlanting gestart, een campagne om het planten van drugs door de autoriteiten te laten stoppen. “Leuk dat ze het toegeven, maar dit is zo absurd. Deze hashtag zouden wij activisten moeten gebruiken, zij zouden er intern iets aan moeten doen.” Met terughoudend enthousiasme is hij te spreken over wat ze wel hebben bereikt: “Inmiddels hebben we marihuana weten te decriminaliseren, maar alsnog... Ook al heb je 0,00009 gram MDMA op zak, de kans dat verkrachters en moordenaars de gevangenis eerder verlaten dan jij is heel aannemelijk.”
Een vuist maken
Op welke manier hebben drugsgebruikers en LHBTQ’s met elkaar te maken? Ze overlappen vaak, ontmoeten elkaar in Bassiani en hebben gezamenlijke vijanden: de staat, de kerk en ultranationalistische groeperingen die beide minderheden als een bedreiging zien voor het ‘Georgiërschap’. Op 17 mei 2013 werd een vreedzame protestmars voor LHBTQ-rechten met harde hand de kop ingedrukt door al deze partijen. “Priesters voorop, politie die er maar een beetje bij stond, en duizenden burgers erachteraan die klaar waren om iedere homo die ze zagen te vermoorden. Ik dacht dat het beter ging met Georgië, maar hierdoor had ik door dat het nog echt fucked up is”, betreurt David. “Een transgender vermoord, een drugsgebruiker in elkaar geslagen, je zou het bijna normaal gaan noemen hier.” Hoewel Georgië na 2013 een antidiscriminatiewet heeft aangenomen om LHBTQ’s te beschermen, werkt dat in de praktijk niet zo. De politie laat het vaak gewoon toe als homo’s in elkaar geslagen worden of een transvrouw weggepest wordt uit haar wijk. “En transgenders zijn al de meest kwetsbare groep in het land. Ze kunnen moeilijk integreren of aan een baan komen en belanden daardoor vaak in de prostitutie”, zegt Nia. Paata vult aan: “Deze wet is louter aangenomen om Brussel te pleasen, zodat we visumvrij kunnen reizen in de EU.”
David benadrukt hoe belangrijk het is dat alle activisten intersectioneel optreden: “We begrijpen steeds beter dat we samen een vuist moeten maken. Toen we White Noise Movement startten, zijn we als eerste naar de LHBTQ-activisten gegaan om onze solidariteit uit te spreken. Dat is iets wat we ook in actie vertalen. We zijn bij elkaars vergaderingen en protesteren samen. Als wij activisten optrommelen voor onze demonstraties, staan de homo’s vaak in de frontlinie tegenover de politie en vice versa. Dat geldt voor alle linkse bewegingen trouwens. Dus ook met vrouwen, sekswerkers, de vakbonden, migranten, mijnwerkers, noem maar op. De onderdrukking heeft dezelfde bron. Als we met één stem praten en duizenden mensen op de been krijgen, kunnen ze niet langer om ons heen.”
‘Groter dan Amsterdam’
Het nachtleven in Tbilisi went langzaam aan de aanwezigheid van de LHBTQ’s. Er zijn meerdere gay-friendly cafés en clubs behouden of bijgekomen (zoals Cafe Gallery en Fabrika). De deuren van Success Bar kunnen gewoon openblijven zonder deurbeleid. Onlangs heeft Khidi, een grote technoclub die ook gayfeesten organiseert, zelfs nog haar deuren geopend. Iets wat in alle buurlanden van Georgië ondenkbaar lijkt. “De clubscene in Tbilisi is booming. Veel groter dan in Amsterdam, moet ik je helaas vertellen. Waar kun je dan beter je mensen verzamelen? Dit is de doelgroep”, zegt Paata, duidelijk genietend van de sneer naar Amsterdam. Nachtclub Bassiani, uniek in de wereld, roept bezoekers op te mobiliseren om te gaan demonstreren. “De toiletten hangen vol met stickers met aanstaande marsen en de feestgangers krijgen stempels bij de ingang met de opdruk ‘Parlement om zeven uur’, zodat ze weten wat ze te doen staat zodra ze wakker worden. In de club hing ook een projectie met de tijd erop tot hoe laat de ravers hadden om te slapen voordat er die avond geprotesteerd zou worden tegen de regering.”
Bassiani is enorm populair en draagt bij aan de zichtbaarheid van de LHBTQ-gemeenschap. Je kunt dus wel uit homofobe, streng-orthodoxe kringen komen: als je van rauwe techno houdt, niet vies bent van drugs en wat van je weekend wil maken (kortom: de jeugd), kom je in Tbilisi gewoon terecht op een plek waar mannen met elkaar tongen. En je gaat het er leuk hebben. Paata beaamt dit: “Na een Horoom-feest staan gasten meestal alvast hun kater weg te eten bij een van de Turkse snackbars in de buurt. Je ziet meer dan voorheen agressieve machomannen wodkashots nemen met transvrouwen. Dat is zo goed en krachtig. Het maakt alles mogelijk.”
Dit artikel is geschreven vóór de grote politieactie tegen drugsgebruik in Bassiani en andere nachtclubs in Tbilisi op 11 mei 2018. De organisatie en bezoekers van Bassiani werden tijdens een feest opgepakt en/of hardhandig afgevoerd. Dit optreden leek even het einde te betekenen van de club, maar door gesprekken met de regering en een grootschalige 'rave-volutie' met de slogan 'we dansen samen, we vechten samen' mag Bassiani toch openblijven.
Beeld: hitori – ㆟