Queer in de kamer
“Wat we in Nederland hebben bereikt is niet onkwetsbaar”
Jeroen van Wijngaarden (VVD)
Aan de vooravond van de verkiezingen vroeg Winq zes uiteenlopende kandidaat-Tweede Kamerleden naar hun strijdplan voor de regenbooggemeenschap. Jeroen van Wijngaarden (VVD, plek 23) is Tweede Kamerlid.
U heeft een kind met uw vriend en een vriendin. Toch zijn jullie niet alle drie juridisch ouder, omdat meerouderschap nog niet is geregeld, een verkiezingsbelofte van onder meer de VVD en D66 in 2017.
“Dat heeft te maken met de coalitie die er was – de samenstelling is bekend. Maar nieuwe ronde, nieuwe kansen: na de verkiezingen worden de verhoudingen opnieuw bepaald.”
Maar wat als u weer met twee christelijke partijen in het kabinet komt?
“Daar wil ik niet op vooruitlopen, de kiezer bepaalt. We hebben wel stappen gezet. Dankzij een voorstel van mij en Vera Bergkamp [D66 – red.] krijg je nu automatisch gezag bij erkenning van het kind. Dat versterkt de rechtspositie van vaders en vrouwenkoppels.”
Onder de vleugels van de VVD duurde het lang voordat hiv-preventiemiddel PrEP beschikbaar werd in Nederland.
“Nederland vaart altijd op het advies van wetenschappers, bijvoorbeeld de Gezondheidsraad, bij de toelating van nieuwe medicijnen. Niet een lobby bij de politiek. Ik heb nooit iets gemerkt van een politieke weerstand binnen de partij. Integendeel.”
Andere partijen pleitten voor een noodregeling toen duidelijk was dat PrEP een effectief middel is om het aantal nieuwe hiv-infecties terug te dringen.
“Tegen patiënten die een bepaald kankermedicijn willen zeg je ook: wacht nog even op de medische goedkeuring. Het is belangrijk om over PrEP dan eerlijk en consequent te zijn.”
Heeft u zich ooit gediscrimineerd gevoeld?
“Zeker. Op Koninginnedag kreeg ik ooit een fles naar m’n hoofd geslingerd toen ik met m’n vriend over straat liep. Het laat zien dat wat we hebben bereikt niet onkwetsbaar is. Ik sprak eens op Paarse Vrijdag op het Sorghvliet Gymnasium – de school van de prinsesjes – over m’n coming-out. Daar hadden enkele jongeren moeite mijn homoseksualiteit te rijmen met hun geloof. Ik zei hen dat ik de vrijheid van godsdienst altijd zal verdedigen, tot iemand die gebruikt voor het goedkeuren van geweld.”
Wat zou u als eerste willen veranderen aan de positie van lhbti-personen?
“Het gevecht tegen discriminatie is nog niet voorbij, daar zijn azc’s een voorbeeld van. Dat een deel van de migranten die naar Nederland komen zich niet kunnen aanpassen, vind ik onacceptabel. Ik heb zelf gezien dat homoseksuele asielzoekers op een veilige aparte plek moesten worden gezet, omdat ze bedreigd worden.”
“Ik zit ook in m’n maag met ‘homogenezingstherapieën’. Daar moet een verbod op komen. Juist jongeren in hun coming-outleeftijd moeten kunnen rekenen op een overheid die hen beschermt tegen kwaadaardige kwakzalvers.”
Het ingewikkelde is dat zulke therapeuten in hun beleving de beste bedoelingen hebben.
“De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. Ook bij de ouderverklaringen op reformatorische scholen bleek: als je met elkaar een vuist maakt, verdwijnen ze. We moeten strijdbaar blijven.”
* Binnen de politiek wordt de lhbtq-gemeenschap aangeduid met de letters lhbti. Politici die we spraken hanteerden allen deze afkorting. Daarom kiezen we in dit artikel consequent voor deze afkorting.
Beeld: Oof Verschuren
Styling: Xaviera Aubri
Grooming: Chris Völkers
Lees ook
-
Hoe denken de grote partijen over lhbti-kwesties?
-
Historisch: eerste trans vrouw in Tweede Kamer
-
“Nederland heeft een grote mond over mensenrechten, maar vergeet soms naar zichzelf te kijken”
-
“Er wordt meer gesproken óver dan mét gemarginaliseerde groepen”
-
“Vaak bestaat er al wetgeving voor zaken die nu misgaan”
-
“De lhbti-emancipatie kachelt langzaam achteruit”