Gastcolumn

Zou ik kunnen rekenen op evenveel steun als Frédérique?

Nanoah Struik (21) over transfoob geweld

Gepubliceerd
Leestijd: < 1 min

Nederland springt massaal in de bres voor de veertienjarige Frédérique*, die afgelopen week werd afgetuigd door leeftijdsgenoten nadat ze weigerde een label aan haar gender te hangen. Maar, vraagt activist Nanoah Struik zich af, zou die steun er ook zijn als Frédérique openlijk transgender of non-binair was geweest?

Ben jij een jongen of een meisje? Het antwoord op die vraag is voor mij tegenwoordig een simpele “nee” – ik vat het op als een ja-neevraag. Dat betekent in mijn geval dat ik non-binair ben. Geen man en geen vrouw. Sinds een aantal jaar laat ik me niet meer beperken door het binaire denken dat vandaag de dag onze samenleving domineert. De vraag werd mij echter al gesteld voordat ik überhaupt wist wat gender was, laat staan dat ik het verschil kende tussen geslacht en gender.

Lange tijd schoot ik bij deze vraag in de verdediging: het voelde als een aanval. Er zit een bepaalde transfobie achter het idee dat een ander, onder het mom van ‘nieuwsgierigheid’, recht heeft te weten wat ik tussen mijn benen heb zitten. Ik besta niet om de nieuwsgierigheid van de ander te bevredigen. Laat ik het anders stellen: het staat je vrij het te vragen, maar recht op een antwoord heb je niet. Tegenwoordig kies ik er simpelweg voor deze vreemde vraag terug te kaatsen.

Ik vraag me altijd af waar de vraag precies toe dient. Wil deze persoon weten wat ik tussen mijn benen heb hangen of wat mijn genderidentiteit is? En in beide gevallen: wat gaan ze met die informatie doen? Baseren ze daarop vervolgens hun gedrag richting mij? Zoals Frédérique al zei tegen haar belagers: het zou niet uit moeten maken. Je hebt een persoon te respecteren ongeacht diens geslacht of gender.

“Met een veertienjarig meisje kan de gemiddelde Nederlander zich identificeren, met een non-binair persoon niet"

De steun die Frédérique deze week ontvangt vind ik hartverwarmend, maar mijn moeder plaatste een terechte kanttekening. Zij vroeg zich af wat de reacties zouden zijn als Frédérique morgen vertelt dat ze non-binair is. Die vraag kwam ook bij mij op – zo ouder, zo kind – dus ik besloot hem voor te leggen aan mijn Instagram-volgers. Een van de antwoorden luidde als volgt:

“Ik denk dat mensen het dan nog steeds voor het slachtoffer op zouden nemen. Het is supererg wat Frédérique is overkomen en als nu zou blijken dat ze een transgender en/of non-binair persoon is, zou dat het toch niet anders maken?”

Dit vind ik een gevalletje wishful thinking. Eerlijk gezegd vind ik het zelfs licht naïef wanneer iemand denkt dat de steun onverminderd groot zou zijn voor een persoon die openlijk trans en/of non-binair is. Wanneer iemand als ik te maken krijgt met fysiek of verbaal geweld, lijken die steun en de liefde lijken namelijk ver te zoeken. Met een veertienjarig meisje kan de gemiddelde Nederlander zich identificeren, met een non-binair persoon niet.

“Ik mag van geluk spreken dat ik tot nu toe alleen te maken heb gehad met verbaal geweld”

Ik wil je uitnodigen er eens een willekeurig Facebookbericht of nieuwsartikel over non-binaire mensen bij te pakken. Pak een kop thee, zet je schrap en lees een paar van de reacties onder zo’n bericht. Daarna kunnen we verder praten over de stortvloed aan steun en liefde die het lijdend voorwerp van het artikel ontvangt na het verbale geweld dat in die reacties plaatsvindt. Ik beloof je: het wordt een kort gesprek. Die steun is namelijk nagenoeg afwezig.

Eigenlijk is wat ik nu ga zeggen te bizar voor woorden, maar ik mag van geluk spreken dat ik zelf tot nu toe alleen te maken heb gehad met verbaal geweld wanneer ik weigerde antwoord te geven op de vraag of ik een jongen of een meisje ben. Wat me misschien nog wel het meest beangstigt aan de gebeurtenis van afgelopen week is dat zelfs een deel van de nieuwe generatie veertienjarigen afwijken van de binaire norm blijkbaar als legitieme reden ziet om iemand in elkaar te timmeren. Wat zegt dat over de toekomst?

Daarom vraag ik jullie: als ik in die toekomst word uitgescholden of in elkaar word geslagen vanwege mijn identiteit, zijn jullie er dan ook?

* Ik heb bij Frédérique persoonlijk nagevraagd welke naam en voornaamwoorden ik het best kan en mag gebruiken. Zij gaf mij aan met de voornaamwoorden ‘zij/haar’ en de voornaam Frédérique aangesproken te willen worden. Het is niet aan mij om verdere informatie over haar identiteit te delen.

Powered by Labrador CMS