Column
“Nazisme en ‘genderideologie’ tegenover elkaar zetten, is op z’n minst beledigend”
Paul Kisner
Paul Kisner schrijft een brief aan voormalig predikant Piet de Vries. Initiatiefnemer en vertaler van de veelbesproken Nashville-verklaring en maker van een bizarre vergelijking tussen de reactie van de kerk op het nazisme en de ‘gender-ideologie’.
Deze week verscheen de vertaling van de veelbesproken Nashville-verklaring. Een pamflet ondertekend door honderden Nederlandse orthodox-protestantse kerkleiders, universitair docenten en politici. Een christelijke visie op het huwelijk volgens de vertalers van het Amerikaanse pamflet uit 2017, een discriminerend anti-LHBTQ manifest volgens de tegenstanders. Een van de initiatiefnemers en vertalers, voormalig predikant Piet de Vries, verdedigde de tekst in het AD: “Er wordt te weinig onderwijs gegeven over wat de Bijbel zegt over het huwelijk en seksualiteit. (…) Toen de nazi-ideologie zich opdrong, zwegen de kerken. Nu dringt de gender-ideologie zich op en zwijgen de kerken weer te vaak.”
Beste meneer De Vries,
Mijn naam is Paul en ik vermoed zomaar dat u mij zou scharen onder de actieve voorstanders of uitdragers van wat u ‘genderideologie’ noemt. Al jaren bezoek ik schoolklassen om met mijn collega's van COC Haaglanden voorlichtingslessen te geven over seksuele- en genderdiversiteit. Wij doen dit vrijwillig, op uitnodiging op met name middelbare scholen. Ons team bestaat vooral uit homoseksuelen (zoals ik), transpersonen, en anderen die niet voldoen aan uw goedgekeurde beeld van liefde of identiteit.
We dragen kennis over, beantwoorden vragen, starten soms respectvolle discussies en vertellen vooral over onze eigen ervaringen. Via lesmethoden leggen we uit wat het verschil is tussen gender en seksualiteit. Tonen we de gevolgen van uitsluiting. Vertellen we waarom een gender-inclusief toilet geen reden is tot paniek. Dit noemt u waarschijnlijk 'gender-ideologie'.
De zwijgzaamheid van kerken tijdens het opkomend nazisme heeft werkelijk niets te maken met het voorzichtige respect dat veel kerken nu eindelijk tonen naar onze LHBTQ-gemeenschap.
Hiermee hopen wij dat het taboe op diversiteit wordt doorbroken. We richten ons niet op iemand uit de kast te halen of seksualiteit aan te leren. We weten namelijk dat je zoiets niet op kunt dringen of aan kunt leren. We weten wel dat onwetendheid en onverdraagzaamheid zijn af te leren door kennis en menselijk contact. Als ik uw logica goed volg, vergelijkt u de inspanningen van mij en mijn collega’s - en de passieve houding van de kerken - met nazisme.
Het eerste deel van uw uitspraak kan ik me nog best in vinden. Want inderdaad: veel kerken hebben bar weinig gedaan om het nazisme tegen te houden, of zelfs – zoals de Katholieke kerk – actief geholpen nazi kopstukken te laten vluchten naar Zuid-Amerika.
Maar natuurlijk wil ik het even hebben over het tweede deel van uw uitspraak. Want deze vind ik ronduit verwerpelijk. De lessen die wij geven, of zo u zegt, de ideologie die wij ‘opdringen’, is er juist ter bescherming van minderheden.
Moet ik u echt gaan uitleggen dat de nazi’s juist het tegenovergestelde deden met minderheden? En dat wetenschappelijk onderzoek doen naar ‘gender-ideologie’ in de kiem werd gesmoord toen de nazi’s in 1933 het Institut für Sexualwissenschaft van Magnus Hirschfeld platbrandden? Of dat homoseksuelen een roze driehoekje op hun kleding droegen in de concentratiekampen, waar ze werden uitgebuit, mishandeld en vermoord? Onze gemeenschap was het slachtoffer van het nazisme. Dat is niet bepaald een reden tot zo'n vergelijking.
De zwijgzaamheid van kerken tijdens het opkomend nazisme heeft werkelijk niets te maken met het voorzichtige respect dat veel kerken nu eindelijk tonen naar onze LHBTI-gemeenschap. Juist om zulk nazisme niet meer mee te hoeven maken. Het werk dat wij op scholen doen staat haaks op het nazisme en heeft juist als doel een gelijkwaardige plek in de samenleving te bieden aan iedereen.
Door heel Nederland hebben kerken en gemeentehuizen deze week demonstratief de regenboogvlag gehangen.
Maar laten we eens de proef op de som nemen. Komt u een keertje mee naar een les van mij en mijn team. Ziet u eens met eigen ogen hoe wij een dialoog op gang brengen. Daarin wordt niks opgedrongen en wordt bovenal geleerd hoe we respect voor elkaars verschillen kunnen opbrengen. Hetzelfde respect voor de ander dat ik in uw vertaalde verklaring, en vooral in uw reactie in het AD, enorm mis.
U bent trouwens niet de enige met angst voor ‘opdringerigheid’ van onze ideologie. In onze lessen stel ik regelmatig klassikaal een situatie voor:
‘Stel je even voor: Wij zijn nu met deze klas in een schoolgebouw in Rusland. En jullie zijn ook dan allemaal minderjarig. Wist je dat dan jullie docent, mijn collega én ik, allemaal gearresteerd zouden worden om deze les? Wat vinden jullie daar van?’
Iedere klas is daar even stil van, om daarna te zeggen ‘belachelijk!’. Daarna leg ik uit dat er sinds een paar jaar in Rusland wetgeving is die het verbiedt om met minderjarigen te praten over seksuele diversiteit, omdat dat als ‘homopropaganda’ wordt gezien. Het zou mij en mijn collega’s een bezoekje aan de gevangenis opleveren, omdat we ons gedachtengoed niet mogen opdringen. Maar tegen de tijd dat ik dit voorbeeld inbreng weten mijn leerlingen al lang dat ik voor kennisoverdracht kom. Niet om ze iets op te dringen, of over te halen bij onze club te komen. En daarom vinden ze die angst ongegrond.
En als u dus een keer mee wilt luisteren naar hoe onze lessen verlopen, zult u waarschijnlijk een leerling horen vragen naar mijn tijd op de middelbare school. Wat ik dan vooral uitleg is de eenzaamheid en een gevoel van uitsluiting, wat ik me nog goed kan herinneren. Iets dat geen enkele leerling zou moeten voelen en voor mij de motivatie is om nu les te geven.
Ik weet dat het door u vertaalde pamflet en uw uitspraken, diezelfde eenzaamheid en uitsluiting vergroten. En dat u dat de maatschappij en mijn leerlingen aandoet, neem ik u bijzonder kwalijk.
Dat gevoel is nu gelukkig al lang achter mij en ik heb genoeg zelfvertrouwen gekweekt om u nu deze brief te schrijven. Maar ik weet wel dat het door u vertaalde pamflet en uw uitspraken, diezelfde eenzaamheid en uitsluiting vergroten. En dat u dat de maatschappij en mijn leerlingen aandoet, neem ik u bijzonder kwalijk.
Ik, en zeker ook mijn klassen, zijn blij dat we hier in Nederland de vrijheid hebben om LHBTQ+ kennis te delen met leerlingen. En eerlijk is eerlijk. Dat lijkt me voor meer begrip en respect zorgen dan wanneer ik, zoals u wenst in uw uitspraak, op scholen kom vertellen over wat de Bijbel zegt over huwelijk en seksualiteit.
Maar laten we tot slot even ingaan op de reden dat u die vergelijking met het nazisme maakt. U zou kunnen zeggen dat u de impact en de passieve houding van de kerk met elkaar vergelijkt, niet per se de inhoud. Maar de ernst van nazisme en 'gender-ideologie' tegenover elkaar te zetten, is op z'n minst beledigend. U weet heel goed dat er bijna geen heftigere woorden gekozen kunnen worden.
En dat geeft mij op een heel gekke manier een beetje hoop. De woorden die u koos zijn, zoals in het Engels genoemd, ‘fighting words’. Want u weet dat u terrein verliest. De meest orthodoxe kerk speelt een steeds kleiner rol in de moraal van mensen en die rol is na uw vertaling alleen maar kleiner geworden. Mensen zijn haat en uitsluiting een keertje zat en lopen weg van de kerk.
Sterker nog: veel andere kerken bleken helemaal niet zo passief te zijn als u beweerde. Door heel Nederland hebben kerken en gemeentehuizen deze week demonstratief de regenboogvlag gehangen, om juist een andere heel christelijke boodschap uit te dragen: die van naastenliefde.
Wanneer u steeds meer terrein verliest kiest u voor steeds heftigere woorden en vergelijkingen. U kunt haast niet anders meer dan naar extreme woorden zoeken. In de hoop mensen bang en alert te maken probeert u heel bewust een schrikbeeld op te roepen, met de verwachting dat het mensen doet terugkeren naar hun oude opvattingen.
Dat is alleen niet gelukt. Mij maakt u niet bang en mij duwt u alleen maar verder weg van de kerk. Sterker nog: U heeft mij een nieuwe motivatie gegeven om nog vaak scholen te bezoeken en met mensen het gesprek aan te gaan. Ik raad u aan hetzelfde te doen.
Vriendelijke groet,
Paul
Coverbeeld: Peter van der Wal