Column

George is gay, maar moet van de IND terug naar Nigeria

Paul Kisner

Leestijd: < 1 min

Op een koude dinsdagmiddag loop ik de rechtbank in Den Haag binnen. De toekomst van een jonge homoseksuele man uit Nigeria wordt in de rechtszaal besproken. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) gelooft zijn verklaringen over zijn geaardheid niet en heeft zijn verzoek om een verblijfsvergunning afgewezen. Zijn partner, een jonge man gevlucht uit Oeganda, gaat vandaag mee naar de zitting.

Roel van der Wal van LGBT Refugees Rainbow Den Haag had mij uitgenodigd om mee te gaan naar de rechtbank. Hij zet zich al jaren in voor deze enorm kwetsbare groep. Het is moeilijke materie, wist ik al. Ik ben geen jurist of journalist die is gespecialiseerd in deze dikke asieldossiers. Maar dit soort zaken grijpen mij enorm aan en ik probeer zo goed als ik kan de actualiteiten te volgen. Nadat ik een presentatie van Roel bijwoonde over de methoden en keuzes van de IND, vroeg ik hem of ik eens mee mocht naar zo’n zitting. De bijeenkomst is openbaar en ik wil daar een beter beeld over vormen. Welke argumenten komen er naar voren? Over wat voor mensen en verhalen hebben we het?

Want het is niet niks, om als homoseksuele man teruggestuurd te worden naar Nigeria. Ondanks dat ik de persoonlijke geschiedenis van deze vluchteling nog niet ken, blijkt uit publicaties van Amnesty International dat hij in delen van Nigeria de doodstraf kan krijgen voor zijn geaardheid. En minstens zo veelzeggend: dat in Nigeria vorig jaar groepen homo’s werden gearresteerd en de politie daarna naar de media de volledige namenlijst doorspeelde om te publiceren. Alleen maar omdat de gearresteerden voorlichtingen bijwoonden om HIV te voorkomen. In Nigeria geldt dus voor LHBTI burgers een veiligheidsrisico, een sociaal stigma, en geen bestaansrecht.

“Het is een openbare zitting. Gek eigenlijk he?”

Als ik de hal in loop, blijkt Roel er nog niet te zijn. Verderop staat George*, omringd door een groepje mensen: zijn advocaat, zo’n zes andere Afrikaanse vluchtelingen, Sandro Kortekaas van stichting LGBT Asylum Support en enkele andere belangstellenden. De sfeer is een beetje gespannen. Op de gezichten lees ik bezorgdheid en frustratie. Op een stoel dichtbij wacht de medewerker van de IND.

Een Nederlandse man vertelt mij over zijn partner die gevlucht is uit Irak en dat ook hij binnenkort voor de rechter moet verschijnen. “Zelfs mijn ouders hebben schriftelijke verklaringen afgelegd over onze relatie, maar de IND accepteert ons verhaal niet.” Hij is er vandaag bij om George te steunen en om zich vast voor te bereiden op de zaak die zijn partner boven het hoofd hangt. “Het is een openbare zitting. Gek eigenlijk he?” vraagt hij. Als ik vraag waarom hij dat vindt, zegt hij: “Het gaat over een privézaak: zijn seksualiteit.”

Ineens voel ik me ongemakkelijk, alsof ik misschien beter weg kan blijven. Ik stel mij voor hoe het zou zijn als ik ooit voor de rechter kom te staan omdat mijn geaardheid ter discussie staat, en er allemaal onbekenden bij komen zitten. Zowel het verhoor door de IND als de behandeling van deze zaak moeten een enorm gevoel van ongemak geven. Ik vind openbaarheid en transparantie bij de rechtbank belangrijk, maar besluit daarom George zijn echte naam niet te publiceren.

Het zal wel goed komen.

George komt mij even later een hand geven. Hij lijkt toch wel voorzichtig blij te zijn met iedereen die vandaag naar de rechtbank is gekomen. Met zijn witte sneakers en Justin Bieber T-shirt ziet hij er zelfverzekerd uit. Maar zodra ik mezelf voorstel en in het Engels wat voorzichtige vragen stel, zie ik iemand die erg gereserveerd is. Hij praat zachtjes, kijkt veel weg en zijn expressie is uitgevlakt. Ik kan niet inschatten of het komt door de bijeenkomst, of dat hij altijd zo reageert bij een eerste ontmoeting. Als ik vraag wat hij verwacht van de uitslag, zegt hij ‘positive’. Het zal wel goed komen.

Nadat we de zaal in mogen en ik op een stoeltje halverwege de zaal ga zitten, blijk ik naast de partner van George te zitten. Een groot deel van de tijd staart hij naar de grond, draait zenuwachtig zijn uitgeschakelde telefoon rond in zijn handen. Roel, aan de andere kant van mij, oogt juist heel kalm. De rechter neemt het woord: de zaak wordt vandaag besproken door de medewerker van de IND en de advocaat van George. Later zal George zelf ook mogen spreken. Een tolk op een stoel naast hem vertaalt op zachte toon wat er besproken wordt.

Het verhaal dat George vertelde in zijn verhoor is niet helder genoeg.

De advocaat vraagt toestemming om Sandro en Roel ook te laten spreken. De brief van Roel en het pleidooi van Sandro – die o.a. de aanwezigheid en persoonlijke groei van George tijdens georganiseerde LGBT refugee bijeenkomsten onderschrijven – zijn deel van het dossier. Later hoor ik dat veel aanwezigen pas voor de eerste keer zagen dat de rechter toestemming gaf voor zulke aanvullingen vanuit de zaal.

In eerdere zaken blijkt dat de IND een werkwijze hanteert die zich baseert op ondervragingen over de persoonlijke ontwikkeling van de vluchteling: de bewustwording en zelfacceptatie in diens thuisland. Dat gesprek is vandaag volgens de medewerker van de IND in deze zaak ook de basis. George is eerder ruim twee uur lang gehoord door de IND. En hoewel de advocaat hamert op George zijn relatie met een man, bezoekjes aan Pride evenementen, ervaringen met homo-discriminatie in Nederland en zijn actieve betrokkenheid en opbloei bij de stichtingen die voor hem opkomen, beoordeelt de IND dat dit slechts randzaken zijn. Het verhaal dat George vertelde in zijn verhoor is niet helder genoeg.

En zo gaat het blijkbaar vaker. Eerder zei jurist Enes Dedeić in een interview met Winq hierover: 'Dat betekent in de praktijk dat als een asielzoeker in Nederland een homoseksuele relatie heeft, deze niet wordt erkend als geloofwaardig; die wordt bij de aanvraag niet in acht genomen. Alle persoonlijke ontwikkelingen in Nederland na de asielaanvraag worden door de IND als niet relevant beschouwd. Er wordt niet naar gevraagd. Verklaringen van andere mensen over de geaardheid van de asielzoeker worden simpelweg niet in het oordeel betrokken. In de zaak die wij hebben behandeld, is de asielzoeker zelfs verweten dat hij niet exact kon vertellen wanneer hij wist dat hij homoseksueel is. Ik vraag me met alle ernst af of er überhaupt één homo ter wereld te vinden is die dat exact kan vertellen.'

In Nigeria hebben homo’s dagelijks wantrouwen naar de overheid.

Vandaag kaart de advocaat aan dat er sinds het eerdere verhoor van George een nieuwe werkinstructie is gekomen vanuit de regering. Hierin staat juist dat de IND al die bijkomende factoren en argumenten moet meewegen, waardoor alleen het verhoor niet voldoende grond is om iemands verhaal af te wijzen. LGBT Asylum Support, Kamerleden en het COC dringen sinds juli 2018 bij staatssecretaris Mark Harbers (Asiel) aan op het ook daadwerkelijk toepassen van die nieuwe werkinstructie, om onterecht afgewezen asielzoekers te beschermen. Want de onduidelijkheid en aarzeling om de nieuwe instructies op te volgen, en die zelfs op al langer lopende zaken toe te passen blijft, merk ik vandaag.

Wanneer Sandro Kortekaas het woord mag nemen wijst hij ook op die interviewtechniek van de IND. Volgens hem had dat verhoor grondiger gekund, waren er genoeg aanknopingspunten waarin de IND dieper had moeten doorvragen, meer de tijd had moeten nemen, en zorgvuldiger zich had moeten verplaatsen in de cultuur waar George vandaan komt. Als je opgroeide in een land waar de overheid die bewustwording en zelfacceptatie actief onderdrukt, moet je niet gek opkijken als je die elementen in je verhaal niet goed kunt uitleggen.

In Nigeria hebben homo’s dagelijks wantrouwen naar de overheid. Die voorzichtigheid is een manier van overleven. Als je daarna in een onbekend, nieuw land je meest persoonlijke en intieme details moet delen in een verhoor met iemand die daar namens de overheid zit, komt je verhaal nooit goed over, beredeneert Sandro.

Het kost mij geen enkele twijfel om in te schatten dat George homoseksueel is.

De aanwezige medewerker van de IND erkent dat er meer stukken zijn ingediend, maar verdedigt de toegepaste methode kalm en zegt dat haar collega’s zorgvuldig te werk gaan. En opnieuw wijst ze op de vastgestelde onduidelijkheden in de verklaringen van George, die voor de IND de kern vormen van de afwijzing.

Ik begrijp zelf ook wel dat we als relatief klein land niet iedere vluchteling op kunnen vangen. Hoewel we een welvarend land zijn, en er ook een hoop kritische vraagtekens zijn over hoe wij onze rijkdom in stand houden, is ons sociale stelsel niet berekend op het opvangen van iedere vluchteling die zich meldt. Dus maken we onderscheid tussen economische en politieke vluchtelingen. Om dat van elkaar te onderscheiden zijn er criteria opgesteld over de gronden waarom iemand wel of niet kan worden opgevangen. Geweldsdreiging en onderdrukking van minderheden in het thuisland zijn belangrijke gronden om iemand op te vangen. En dat je tot zo’n minderheid behoort, moet je aan kunnen tonen.

Het kost mij geen enkele twijfel om in te schatten dat George homoseksueel is. Intuïtief zou ik vanaf de maan zijn geaardheid correct in kunnen schatten. Mensen in Nigeria zullen hetzelfde zien. En daar wringt het voor mij. Het is duidelijk dat George een groot gevaar loopt als deze zaak verkeerd afloopt en hij wordt uitgezet. Maar strikt juridisch is zijn verhaal lastig aantoonbaar.

De rest van de zitting gaat vooral over die werkinstructie. De inhoud van het verhoor wordt niet echt uitgediept. Volgens Sandro gebruikt de IND in nieuwe zaken de recentere werkinstructies naar behoren. Maar voor asielzoekers in tweede, derde en soms zelfs vierde procedure worden zij nog steeds aan de hand van de oude werkinstructie beoordeeld en staat daarmee juridisch gezien de uitslag al vast. Dat maakt hun herhaalde aanvragen, ondanks een nieuwe instructie, vrijwel kansloos. En dat terwijl het juist de bedoeling was dat voor deze groep een nieuwe werkinstructie uitkomst zou bieden. Ook vandaag is de IND niet vatbaar voor heroverweging of kritiek op het proces.

Langzaam bekruipt mij het gevoel dat deze bijeenkomst niet goed af zal lopen voor George.

Aan het einde van de zitting mag George zelf reageren. Via de tolk vertelt hij de rechter dat het verhoor niet verliep zoals hij wilde. Hij was zenuwachtig, gespannen. Hij voelde al aan dat hij niet helder zijn bewustwording en zelfacceptatie kon uiten. Nog steeds spreekt hij met hoorbare terughoudendheid.

Langzaam bekruipt mij het gevoel dat deze bijeenkomst niet goed af zal lopen voor George. Omdat hij eerst zelf nog ‘positive’ zei, had ik vooraf meer hoop dan na afloop. Als we de zaal weer verlaten, is de sfeer niet feestelijk of uitgesproken hoopvol. De zitting kwam op mij erg formeel over. En natuurlijk wist ik dat vooraf, ik ben eerder toeschouwer van rechtszaken geweest. Maar de harde rechtlijnigheid van de IND vormt zo’n schril contrast met de situatie van George, die voor mij zo helder lijkt, dat ik met een knoop in mijn maag weer naar huis ga.

Twee weken later komt bij mij het bericht binnen van de uitslag. De rechter geeft de IND gelijk. George heeft zijn seksualiteit onvoldoende aantoonbaar gemaakt, waardoor hij niet in Nederland kan blijven.

De advocaat gaat namens George in beroep.

* de naam George is gefingeerd

Coverbeeld: Peter van der Wal

Powered by Labrador CMS