Uit onze archieven:

De geschiedenis van de Amsterdamse Pride

Deel 1

Leestijd: < 1 min

Sinds 1996 vieren we Pride in Amsterdam. Tijd om terug te blikken op de rijke geschiedenis van het evenement. Want waar en wanneer is de Pride-traditie – en die van Amsterdam in het bijzonder – eigenlijk precies ontstaan en hoe heeft deze zich de afgelopen decennia ontwikkeld? Hoe een opstand in een gay getto in New York leidde tot de grootste vrijheidsviering van Amsterdam.

Stonewall
Pride vindt haar oorsprong in Amerika. De politie deed in de jaren vijftig en zestig in het hele land regelmatig invallen in homobars. In San Francisco leidden die invallen ook tot rellen, maar blijkbaar bij gebrek aan een goede organisatie bleef het bij rellen. Bij de inval op 28 juni 1969 in de Stonewall Inn in Greenwich Village, New York liep het anders. De wagens om arrestanten af te voeren kwamen niet op tijd. Intussen groeide de groep toeschouwers, veelal bestaande uit homo’s, in wat toen al een gay getto begon te worden. In de groep zaten behalve dragqueens ook dakloze homojongeren voor wie de bar de enige plek was waar ze werden toegelaten. Zij begonnen terug te vechten. 

De politie werd ingesloten en moest door een speciale eenheid worden ontzet. De politie was boos dat de homo's terugvochten. De rellen en de acties in de week erna zorgden ervoor dat deze inval anders afliep dan de talloze voorafgaande. De relmakers concludeerden dat het tijd werd voor een andere aanpak, die veel minder braaf was dan de gebruikelijke manier van demonstreren in picket-lines van de ‘oude’ Amerikaanse homobeweging.

Niet lang daarna ontstond het Gay Liberation Front en kwamen in New York bladen als Gay, Come Out en Gay Power op de markt. Een jaar na de rellen volgde op 28 juni 1970 de eerste herdenking: Christopher Street Liberation Day. In de jaren daarna verdween deze lange naam ten gunste van waar het werkelijk om ging: Gay Pride.

Nederland: Pride en Roze Zaterdag
Actievoeren vanuit de roze scene was in Nederland in de jaren zeventig beperkt gebleven tot kransleggingen op 4 mei om de homo’s te herdenken die onder het naziregime hadden geleden. De verschuiving van acties en marsen naar het laatste weekend van juni komt voort uit de internationale solidariteit in de homo- en lesbobeweging.

De term 'Gay Pride' doet er in Nederland wat langer over om ingeburgerd te raken.

In 1977 bundelden studenten en andere activisten hun krachten nationaal en internationaal tegen de aanval op de homorechten die door Anita Bryant en rechtse christenen werd ingezet.

In Nederland gingen de lesbo’s voorop en organiseerde de LesBische Internationale Alliantie op zaterdag 25 juni 1977 de eerste homodemonstratie in marsvorm in Amsterdam. Dat viel samen met de jaarlijkse Stonewall herdenking en de Gay Pride in Amerikaanse en Engelse steden. En zo is het gebleven. Het jaar daarop was er een gelegenheidsorganisatie van potten en flikkers met het COC.

In 1979 werd op Paaszaterdag de eerste demonstratie buiten Amsterdam gehouden: Roze Zaterdag, met een mars door Roermond gericht tegen bisschop Gijsen. Op de poster voor de demonstratie staat een roze driehoek. 

Vanaf dat jaar werd de naam ‘Roze Zaterdag’ gereserveerd voor de laatste zaterdag van juni. De term ‘Gay Pride’, die toen al in Amerika en Engeland werd gebruikt, komt ook al in dat jaar naar voren, maar doet er in Nederland wat langer over om ingeburgerd te raken.

De eerste jaren werd Roze Zaterdag in Amsterdam gehouden. Niet-Amsterdamse homo’s vonden dat wat gemakzuchtig. Buiten Amsterdam was de tolerantie immers nog niet zo groot. Daarom was het beter de Roze Karavaan door het land te laten gaan. De internationalisering (Stonewall-herdenking) en de regionalisering (Roze Zaterdag in de provincie) gingen gelijk op. 

In de regio ging het ook weleens behoorlijk mis. De eerste Roze Zaterdag in Den Bosch verliep prima, de tweede in Amersfoort had op een ramp kunnen uitlopen. Bij het slot van de manifestatie kwam de stoet aan op een plein waar de stands van de verschillende organisaties stonden. Een afgesloten plein waar alleen maar kleine straatjes op uitkomen. Dat werd door een groep reljongeren gebruikt om ‘die homo’s’ eens een lesje te leren. De politie en de ordedienst waren slecht georganiseerd. Gelukkig waren de jongeren dat ook. Als er echt paniek was uitgebroken, hadden de gevolgen waarschijnlijk desastreus kunnen zijn.

De homo-organisaties en de politiek, zowel lokaal als landelijk, waren flink geschrokken. De politie kreeg het verwijt dat ze niet goed waren voorbereid en de reljongeren de ruimte lieten. Dit anti-homogeweld kon niet geaccepteerd worden. De gemeenten waar de volgende Roze Zaterdag zou worden georganiseerd, wilden zo’n blamage niet nog eens meemaken. Zo zorgde het geweld in Amersfoort voor een stevigere politieke positie van de roze beweging.

Het tweede deel van de geschiedenis van de Amsterdamse Pride vind je hier

Tekst: Martien Sleutjes (IHLIA LGBT Heritage) & Martijn Kamphorst

Powered by Labrador CMS