column
Deze gure, conservatieve wind zal het nooit winnen van onze roze regenjas
Rocher Koendjbiharie over vieren, voelen en verzetten
Voor columnist Rocher Koendjbiharie is Pride een samenkomst van vieren, voelen en – nu meer dan ooit – verzetten. “Met het oog op de huidige tijdsgeest moeten we laten zien dat die gure, conservatieve wind het nooit zal winnen van onze roze regenjas.”
Er waait een gure, conservatieve wind in Nederland. De acceptatie van de regenbooggemeenschap is steeds meer aan het afnemen, blijkt uit meerdere onderzoeken. Zo concludeerde GGD Amsterdam dat slechts 43% van de jongeren homoseksualiteit accepteert; twee jaar geleden was dit nog 69%. Eenzelfde daling is te zien in Utrecht. In 2019 vond 71% van de jongeren daar homoseksualiteit nog normaal, dat is inmiddels gezakt naar 46%. Ook in Zeeland stemmen de cijfers droevig: de acceptatie van trans personen blijkt daar sterk gedaald. Slechts een kwart van de Zeeuwse jongeren vindt trans personen normaal – twee jaar geleden gold dat nog voor de helft van hen. En waar twee jaar geleden 17% van de Zeeuwse jongeren aangaf open te zijn over homoseksualiteit, is dat nu nog maar 9%.
Ditzelfde conservatieve geluid is terug te zien in het huidige politieke landschap. De partijen in de extreemrechtse coalitie hebben stuk voor stuk laten blijken geen standvastige voorvechter te zijn voor de regenbooggemeenschap. Zo schreef ik al eens over de vijandige houding van de PVV richting de lhbtiqa+-gemeenschap en het opportunisme van de VVD. Pieter Omtzigts NSC is conservatief en terughoudend als het gaat om de gelijkwaardigheid van onze gemeenschap. Zo is zijn partij tegen de Transgenderwet “ter bescherming van vrouwensport en vrouwenkleedkamers” en probeerde de partij deze wet via een motie van tafel te vegen. Daarnaast gaf Kamerlid Rosanne Hertzberger aan dat NSC “in principe” tegen het wetsvoorstel is dat meerouderschap regelt, wat vergaande gevolgen heeft voor regenbooggezinnen.
“pvv, bbb en nsc weigerden het regenboogstembusakkoord van het coc te ondertekenen”
De BBB is ook geen vriend van queer en trans personen. Toen Rikkie Kollé de Miss Nederlandverkiezing won, was de nummer twee van de BBB Mona Keijzer er als de kippen bij om een tweet de wereld in te slingeren waarin ze Kollé’s winst omschreef als “een voorbeeld van woke-ideologie”. Ook clubaanvoerder Caroline van der Plas is niet vies van transfobe retoriek. Over de Transgenderwet schetste zij het scenario dat “kwaadwillende mannen” hiervan gebruik zouden willen maken om “toegang te krijgen tot ruimtes van vrouwen en meisjes, bijvoorbeeld de kleedkamer of vrouwengevangenis”. Tevens weigerden PVV, BBB en NSC het Regenboogstembusakkoord van het COC te ondertekenen in het kader van zowel de Tweede Kamerverkiezingen als de Europese Parlementsverkiezingen.
Dat die conservatieve wind harder is gaan waaien, betekent niet dat het einde zoek is voor ons. De geschiedenis leert ons, zeker in deze maand, dat we als gemeenschap keer op keer standvastig en veerkrachtig zijn wanneer het nodig is. Precies 55 jaar geleden vond de Stonewall-opstand plaats in het New Yorkse Greenwich Village. Een belangrijk moment voor de emancipatie van onze gemeenschap, waarbij we ons verzetten tegen onderdrukking, discriminatie en geweld. In Nederland leidde die daad van verzet onder meer tot Roze Zaterdag, een evenement dat nog altijd eind juni plaatsvindt, als verwijzing naar Stonewall. Het evenement heeft ook een eigen activistisch karakter: op 25 juni 1977 vond in Nederland voor het eerst een demonstratie plaats die vergelijkbaar was met een Gay Pride Parade. Deze demonstratie in Amsterdam, georganiseerd door de Internationale Lesbische Alliantie, vond plaats onder de naam ‘Internationale homobevrijdings- en solidariteitsdag’, en was een voorloper van Roze Zaterdag.
“de geschiedenis leert ons dat we als gemeenschap keer op keer veerkrachtig zijn wanneer het nodig is”
Vandaag de dag zie ik diezelfde veerkracht terugkomen. Enkele weken geleden las ik een nieuwsbericht over queers in Alkmaar die elkaar opzoeken en op zelfverdedigingles gaan, omdat het aantal discriminatiemeldingen en geweldsincidenten toeneemt. Het geeft me hoop dat we elkaar in deze tijden blijkbaar weten te vinden.
De woorden die ik zelf altijd gebruik om Pride te omschrijven, zijn ‘vieren’, ‘voelen’ en ‘verzetten’. Pride is voor mij namelijk alle drie: het is een feest dat we mogen en kunnen vieren, het is het gevoel dat we hebben als we met gelijkgestemden en gelijksoortigen zijn en het is het verzet waar Pride uit geboren is. Met oog op de huidige tijdsgeest denk ik alleen wel dat het goed is dat we als gemeenschap het verzetselement weer een stuk breder terug laten komen in onze vieringen, om te laten zien dat die gure, conservatieve wind het nooit zal winnen van onze roze regenjas.