column
“Het Songfestival had dit jaar veel weg van The Hunger Games”
Rocher Koendjbiharie over de controverse rond Eurovisie
Tussen de extravaganza van het Eurovisie Songfestival en de dystopie uit boekenreeks The Hunger Games zijn steeds meer parallellen te trekken, aldus columnist Rocher Koendjbiharie. “De EBU probeerde alle vormen van protest weg te poetsen.”
Elke editie is het weer een waar spektakel, al om en nabij de zeventig jaar op rij. Afgevaardigden uit verschillende regio’s komen samen in hun mooiste outfits om de meest extravagante performances neer te zetten, waarmee ze iedereen in hun greep houden. Geen beweging wordt aan het toeval overgelaten en alle camera’s zijn op hen gericht, zodat het publiek elk detail van de glitter en glamour in zich op kan nemen. Zowel de kandidaten als de organisatie weten al te goed dat alle ogen op hen gericht zijn. En dan klinken die paar woorden waarmee het evenement wordt afgetrapt: ‘Hello citizens of Panem!’
“het boegeroep tijdens de israëlische act was op tv onhoorbaar door de geluidsonderdrukkende technologie”
In plaats van ‘citizens of Panem’, had hier net zo goed ‘Europe’ kunnen staan. Inmiddels zijn er namelijk aardig wat parallellen te trekken tussen de extravaganza van het Eurovisie Songfestival en de dystopie uit The Hunger Games, de populaire boekenreeks over een grimmige realitycompetitie waarin afgevaardigden uit verschillende regio’s strijden tot de dood. Auteur Suzanne Collins liet in 2008 al weten dat de inspiratie voor haar verhaal voortkwam uit de hedendaagse televisiecultuur van de westerse wereld. Op een willekeurige avond keek Collins tv en zag ze op de ene zender beelden van de Amerikaanse oorlog met Irak, terwijl op een andere zender een realityprogramma werd vertoond. Die twee smolten voor haar op een lugubere manier samen.
Het Eurovisie Songfestival werd dit jaar omgeven door een zweem van controverse, die grotendeels voortkwam uit het feit dat Israël mee mocht doen, ondanks alles wat de Israëlische overheid aanricht in Gaza. Inwoners uit verschillende Europese landen riepen de EBU op om het land de toegang tot het evenement te ontzeggen, waaraan de organisatie geen gehoor gaf. Daarop riepen velen van hen kijkers op om het festival dit jaar te boycotten.
Maar net als bij de competitie uit Collins’ boekenreeks, probeerde de organisatie met man en macht alle vormen van protest weg te poetsen. Zo klonk er tijdens het optreden van de Israëlische inzending luid boegeroep in de zaal, maar was dat in de tv-uitzending nauwelijks hoorbaar, door het gebruik van geluidsonderdrukkende technologie. Daarnaast werden mensen die een Palestijnse vlag bij zich droegen de zaal uitgevoerd.
In The Hunger Games spreken enkele deelnemers zich uit tegen de organisatie en het politieke systeem in hun fictieve wereld. Ook bij het Songfestival waren er afgevaardigden die hier een poging toe deden. Zo liet een van de Australische artiesten een tekening van een watermeloen, een symbool van Palestijns verzet, op diens borst zetten. De Franse zanger Slima onderbrak tijdens de generale repititie zijn optreden, richtte zich tot het publiek en deelde een boodschap over vrede. De Ierse artiest Bambie Thug liet in een oud-Iers alfabet de woorden ‘Ceasefire’ en ‘Freedom for Palestine’ op hun lichaam tekenen, maar moest die verwijderen toen de EBU hier lucht van kreeg. Vlak na hun optreden tijdens de finale deelde hen in de camera wel een boodschap over hoe liefde overwint. En dan was er nog de Palestijns-Zweedse Eric Saade, die tijdens zijn openingsact van de eerste halve finale om zijn pols een keffiyeh droeg, een Palestijnse sjaal, waar hij hevige kritiek voor ontving.
“dit jaar leek er eerder sprake van een all-tolerancebeleid voor israël”
Niet alleen artiesten lieten van zich horen. Zo toonde de Belgische VRT-vakbond aan het begin van de uitzending van de tweede halve finale een protestboodschap: "Wij veroordelen de schendingen van de mensenrechten door de staat Israël. Bovendien vernietigt de staat Israël de persvrijheid. Daarom onderbreken we even het beeld. #CeaseFireNow #StopGenocideNow". Ook in The Hunger Games deelt het politieke verzet op een gegeven moment protestbeelden op tv over het echte karakter van de fictionele competitie.
Een deel van het Nederlandse kijkerspubliek was pas bereid over te gaan tot een boycot toen de EBU besloot Joost Klein uit de competitie te zetten omdat die een ‘dreigend gebaar’ zou hebben gemaakt naar een cameravrouw. Daarbij verwees de organisatie naar hun zogenaamde zerotolerancebeleid. Maar in hoeverre is daar sprake van als het ene land gediskwalificeerd wordt na een klacht, terwijl een ander land – waar tevens de hoofdsponsor gevestigd is – mag deelnemen ondanks hun grote rol in de uitroeiing van een volk? Dat laatste is relevant omdat Rusland eerder wél de toegang tot de competitie werd ontzegd vanwege diens rol in de oorlog met Oekraïne. Voeg daaraan toe dat de Israëlische delegatie andere artiesten achter de schermen pestte en misgenderde, en er lijkt eerder sprake van een all-tolerancebeleid voor Israël.
Tot dusver het zogenaamde apolitieke karakter van The Hung– excuses, het Eurovisie Songfestival. Het is nog onduidelijk of Nederland volgend jaar meedoet aan het evenement, maar inmiddels is het liedjesfestival mijns inziens zo bevlekt dat ik me afvraag of het in deze vorm überhaupt nog bestaansrecht heeft.