Interview

Hans Verhoeven ontvangt Bob Angelo Penning

“Ik ben blij dat we in Amsterdam een trouwe activistische achterban hebben”

Leestijd: < 1 min

Kevin Jennings, initiatiefnemer van de wereldwijde GSA-beweging op scholen en LHBTQ-activist Hans Verhoeven ontvingen afgelopen weekend de Bob Angelo Penning uit de hand van COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. Wij spraken Hans (54) voorafgaand aan de avond om te praten over de oprichting van EuroPride, demonstreren bij het Homomonument en of hij er klaar voor is het stokje over te dragen aan de volgende generatie.

Hans Verhoeven zet zich al zijn hele leven in voor de LHBTQ-gemeenschap. Hij was begin jaren negentig één van de initiatiefnemers van EuroPride en is tegenwoordig de drijvende kracht achter de Pride Walk. Hij is een succesvolle ondernemer, organiseerde verschillende manifestaties en demonstraties en zorgde voor Leather Pride in Nederland. Het COC noemt hem zelfs de ‘drijvende kracht voor de Nederlandse LHBTQ-beweging’.

Wat dacht je toen je te horen kreeg dat jij de Bob Angelo Penning dit jaar zou krijgen?
“Vorige week was ik op het kantoor van het COC. Ze hebben daar een muur waarop alle winnaars van de Bob Angelo Penning hangen. Mensen waar ik al mijn hele leven tegenop kijk. Mensen met wie ik gewerkt heb en mee heb samengewerkt. Om dan te beseffen dat ik aan dat lijstje word toegevoegd is heel erg gek. Ik heb helemaal niet het gevoel dat ik daarbij hoor.”

Ik zie dat het je ontroert.
“Ja, ik vind het heel erg bijzonder. Ik vind het vooral leuk dat Tanja Ineke [oud-voorzitter van COC Nederland, red.] ervoor heeft gezorgd dat de beslissing werd genomen toen ze nog voorzitter was, zodat ze het mij persoonlijk kon vertellen.”

“Ik geef de spotlight liever aan anderen”

Dat is heel mooi.
“Ik vind het ook best wel lastig. Het gaat opeens allemaal over mij, terwijl ik liever over anderen praat. Ik vind het belangrijk dat mensen de spotlight krijgen die dat normaal niet krijgen. Nu moet het opeens over mij gaan.”

Dat deed je onlangs ook tijdens de Viering van de Liefde. Je kwam even op het podium, maar gaf de microfoon snel door.
“Klopt. Ik hoef daar niet mijn boodschap te verkondigen. Tijdens de Viering van de Liefde vond ik het belangrijk een connectie te maken tussen gelovige en niet gelovige LHBTQ’s. Ik merkte dat er heftig werd gereageerd op de Nashville-verklaring binnen de gemeenschap. Mensen die zeiden dat gelovigen ‘het geloof maar aan de kant moesten gooien’. Zo makkelijk gaat dat helemaal niet.
Vaak gaan het geloof en homoseksualiteit gewoon hand in hand, dat bewijzen honderden LHBTQ’s door het hele land. De maandag nadat het nieuws over de Nashville-verklaring naar buiten kwam, stuurde ik Koen van Dijk [directeur van COC-Nederland, red.] en Wielie Elhorst een berichtje met de vraag of we niet iets moesten doen. We stuurden elkaar de hele nacht berichtjes en om 1 uur ‘s nachts stond het vast dat we die woensdag een bijeenkomst bij het Homomonument gingen houden. We hoefden alleen nog maar te regelen dat er sprekers waren.”

Hans in 2017 tijdens de demonstratie tegen vervolging van Tsjetsjeense homo’s.
Hans in 2017 tijdens de demonstratie tegen vervolging van Tsjetsjeense LHBQ's.

Na de aanslag op een nachtclub in Orlando organiseerde jij ook een bijeenkomst bij het Homomonument.
“Op het moment dat ik daarvan hoorde, liep ik mee tijdens een Pride in Kiev. Heel onwezenlijk. Er waren 6.500 politieagenten en militairen die een blok hadden afgezet van vier bij vier straten waar niemand binnen kon komen. Er was een straat van een paar meter waar politieagenten schouder aan schouder stonden, en daar liepen wij tussen. Het is bizar om te beseffen dat daar duizenden agenten hun best deden ons te beschermen, en in Orlando vijftig LHBTQ’s werden neergeschoten.
Ik vloog die avond terug naar Amsterdam en had op het vliegveld in Kiev al mensen een berichtje gestuurd om een bijeenkomst op te zetten in Amsterdam. Toen ik het vliegtuig uitstapte en mijn telefoon aan deed, was het al geregeld. Een paar dagen later kwamen we samen bij het Homomonument. Je moet dan niet gaan wachten.”

Hoe belangrijk is het dat er snel gehandeld wordt?
“Heel belangrijk. Anders komt er geen media en verlies je de aandacht. Tijdens de Viering van de Liefde kwamen er achthonderd mensen samen bij het Homomonument, maar dat zijn de mensen die je niet meer hoeft te overtuigen. Belangrijker zijn die honderdduizenden mensen die thuis zitten. Daar heb je de media voor nodig.”

“Er is een harde kern van mensen waar je altijd op kunt rekenen”

Ik hoor wel eens dat mensen het gevoel hebben dat het geen zin heeft een demonstratie bij te wonen.
“Het is belangrijk daar te staan. Kijk, als er tweehonderd mensen bij de Viering van de Liefde waren geweest, was het voor mij ook een goede manifestatie geweest. Als er 1.800 waren geweest, was het voor mij niet beter geweest. Maar laten zien dat je als gemeenschap een mening hebt is belangrijk. Vooral voor de media. Als de NOS ziet dat daar maar twintig mensen staan, is dat toch een beetje vervelend. Ik ben blij dat we in Amsterdam een vrij trouwe activistische achterban hebben. Ik ben nooit zenuwachtig dat ik daar alleen sta.”

Je ziet veel dezelfde gezichten?
“Dat wil ik niet zeggen. Zeker bij de Viering van de Liefde was het heel divers. Ik zag veel mensen die voor het eerst bij een manifestatie waren, maar er is zeker een soort harde kern van mensen die altijd bij demonstraties aanwezig zijn. Daar kun je altijd op rekenen.”

Hans Verhoeven Pride Walk 2014
Hans tijdens Pride Walk 2014.

Je hebt de afgelopen decennia onwijs veel gedaan voor de gemeenschap. Waar komt dat activisme vandaan?
“Dat heb ik al mijn hele leven. Vanaf een jaar of veertien was ik al betrokken bij maatschappelijke activiteiten. Ik denk dat het komt vanuit mijn opvoeding. Mijn vader werkte voor KLM en werd vaak uitgezonden naar het buitenland, vooral naar arme gebieden. Mijn ouders maakten me ervan bewust dat er tussen een jongetje dat aan het bedelen was op straat en mij maar een heel klein verschil zat. Ik ervoer op jonge leeftijd wat het verschil tussen rijk en arm was, dat het in veel landen het verschil tussen leven en dood betekende. Daardoor leerde ik veel over mensenrechten, of misschien wel het ontbreken daarvan. Op een gegeven moment ben ik me gaan richten op LHBTQ-kwesties. Mijn idee was altijd dat we de straat op moesten. Je kunt ergens in een gebouw je mening verkondigen, maar je kunt ook de straat opgaan. Dan kom je vanzelf de mensen tegen die je wilt bereiken. Ik ben er heilig van overtuigd dat je zichtbaar moet zijn om verandering teweeg te brengen. Dat doe je bijvoorbeeld door een Pride parade.”

Je stond aan het begin van EuroPride.
“Klopt. Dat was in de jaren negentig. De Berlijnse muur was net gevallen en ik had nauw contact met Pride-organisatoren in Berlijn en Londen. We zagen dat er in veel Oost-Europese landen gay community’s ontstonden. Wij vonden dat ook zij Prides moesten gaan organiseren om meer zichtbaarheid te genereren. Maar hoe moesten ze dat doen zonder ervaring en traditie? Daarom kwamen we met het idee van EuroPride: ieder jaar een Pride in een ander land met de verwachting dat mensen uit West-Europa naar Prides in Oost-Europa zouden reizen. We organiseerden er eerst drie opeenvolgend in Londen, Berlijn en Amsterdam en gingen toen verder Europa in.”

Het bleek een succes.
“Je zou kunnen zeggen dat het best wel groot is geworden, ja. We lieten een doek maken waarop ieder land zijn logo moest zetten. In 2016 kwam EuroPride terug naar Amsterdam. Het was een heel emotioneel moment om te beseffen dat duizenden mensen in verschillende steden gewerkt hadden aan EuroPride.”

De promotie van EuroPride tijdens de Berlijnse Pride in 1993
De promotie van EuroPride tijdens de Berlijnse Pride in 1993.

Wat is je hoop voor de toekomst?
“De laatste jaren ben ik veel bezig de positie voor LHBTQ’s in andere landen te verbeteren. Ik hoop dat het voor hen niet nog zestig jaar hoeft te duren voordat zij zichzelf kunnen zijn. We lopen tijdens de Pride Walk met alle vlaggen waar homoseksualiteit in het wetboek van strafrecht staat. Ik hoop dat we met steeds minder vlaggen lopen.”

Denk je dat je er ooit mee stopt?
“Er komt een dag dat het mij niet meer lukt. Maar nu heb ik nog genoeg mensen om me heen die me willen helpen. Die niet denken ‘Pff, daar heb je Verhoeven weer’, als ik ze ‘s avonds bel.
Aan de andere kant: sinds 2001 mogen homo’s met elkaar trouwen, er ontstond het gevoel in de gemeenschap dat we klaar waren. De regenboogvlag kon in de kast. Ik ben daar ook in meegegaan. Tot het moment dat ik erachter kwam dat er nog genoeg te doen was. Dat we nog lang niet klaar waren en dat ze in het buitenland ook genoeg hulp nodig hadden.
Wat mist, voor mijn gevoel, is opvolging. Gelukkig zie ik dat de laatste jaren veranderen. Ik denk dat dat komt door het COC. Met GSA-netwerken op meer dan negenhonderd scholen en de Paarse Vrijdag bijvoorbeeld. Het is heel erg belangrijk die groep te mobiliseren en informeren. Dat is de toekomst, als ik ergens in een rusthuis op een rollator leun.”

Je bent pas 54.
“De toekomst wordt gevormd, denk ik. De oudjes moeten een brug slaan tot de periode dat de volgende generatie klaar staat. Al zie je dat het nu ook vaak over andere onderwerpen gaat. Over genderidentiteit en mensen met een andere culturele achtergrond. Er zijn veel nieuwe discussies waar ik me niet in meng. Ik weet er niet zoveel vanaf. Je ziet bijvoorbeeld dat het verschuift. Waar ik altijd de straat op ging, gaan mensen nu weer naar binnen. Er zijn debatten in De Balie en discussies in De Rode Hoed. Maar dat is ook goed.”

Coverbeeld: Hans in 2017 tijdens de demonstratie tegen vervolging van LHBTQ’s in Egypte en Azerbeidzjan.

Powered by Labrador CMS