column
“Hoe vrij is onze community als blijkt dat wie betaalt, bepaalt?”
Rocher Koendjbiharie over de band tussen commercie en de community
Financiële steun van grote bedrijven zorgt er mede voor dat instanties als het COC en Pride Amsterdam kunnen voortbestaan. Maar, vraagt columnist Rocher Koendjbiharie, zich af: “Welke vorm nemen deze organisaties aan als blijkt dat wie betaalt, bepaalt?”
Is de Nederlandse lhbtiqa+ beweging wel zo vrij als we denken en hopen? Die vraag spookt de laatste weken steeds vaker door m’n hoofd. Voor de hand liggende factoren die een inperkende invloed hebben op onze vrijheid zijn enerzijds de politieke partijen die op het moment aan de knoppen zitten en anderzijds de dalende acceptatie van lhbtiqa+ personen onder bijvoorbeeld jongeren. Maar er is nog een derde factor die een rol speelt: bedrijven. En dan met name het geld van die bedrijven.
Begin vorige maand deelde het COC via Instagram een statement waarin de stichting aangaf de samenwerking met Booking niet te verlengen vanwege de mensenrechtenschendingen waar het bedrijf volgens de VN aan bijdraagt, omdat het accommodaties aanbiedt op illegaal bezette gebieden in Palestina. “Dit besluit is niet lichtvaardig genomen, maar is gebaseerd op onze toewijding aan de fundamentele principes van mensenrechten en gelijkheid”, sloot het COC hun bericht af. Ik was erg blij met dit statement. Ik heb niet altijd op één lijn gelegen met de stichting en was daarom des te meer onder de indruk van hun besluit, dat moed, een ijzeren wil en oog voor het juiste vergde.
Des te harder viel het COC voor mij van dat voetstuk toen ze een maand later een nieuwe update plaatsten, waarin ze aangaven dat er verwarring was ‘ontstaan’, dat hun samenwerking nog tot 2025 liep en dat zij nog een kwart miljoen aan ‘filantropische steun’ van Booking zouden accepteren. “Na onze eerdere communicatie gaf Booking aan dat we niet voldoende duidelijk hebben gecommuniceerd dat de huidige samenwerking tot juni 2025 loopt. Booking voelde zich daarom niet gebonden aan de financiële verplichting voor het jaar 2024/2025”, schreven ze verder in de reacties onder dat tweede bericht. Booking heeft in feite het COC op het matje geroepen, gedreigd het geld voor het komende jaar niet te doneren – geld dat het COC naar eigen zeggen reeds besteed had aan community-activiteiten – en ook wat ‘communicatietips’ meegegeven (de stap van ‘mensenrechtenschending’ naar ‘filantropische steun’ is enorm).
“in vergelijking met veel andere landen zijn we vrij (genoeg), maar als we alleen de situatie in ons eigen land in aanmerking nemen, heb ik er mijn vraagtekens bij”
Eenzelfde situatie deed zich voor bij Pride Amsterdam. Enkele maanden geleden kwam een groep mensen, waaronder ikzelf, samen om een open brief aan Pride Amsterdam te schrijven waarin we de organisatie vroegen om een nauwkeurigere blik te werpen op hun samenwerking met Booking en kenbaar te maken aan het bedrijf dat Pride Amsterdam de illegale nederzettingen geheel afkeurt. De brief werd door ruim 900 mensen uit de gemeenschap en 50 organisaties ondertekend. Pride Amsterdam reageerde uiteindelijk in briefvorm en gaf aan in nauw contact te blijven met zowel de briefschrijvers als Booking, maar de samenwerking met het bedrijf wel voort te zetten.
Natuurlijk zijn we hier in Nederland vrij (genoeg) in vergelijking met veel andere landen en werelddelen, dat staat voorop. Maar als we alleen de situatie in ons eigen land in aanmerking nemen, dan heb ik er mijn vraagtekens bij. Financiële steun van grote bedrijven zorgt er mede voor dat instanties zoals het COC en Pride Amsterdam kunnen voortbestaan. Belangrijk, zeker met oog op het huidige politieke landschap en de dalende acceptatie. Maar welke vorm nemen deze organisaties aan als blijkt dat wie betaalt, bepaalt?