Jacob Israël de Haan in Palestina, tussen 1919 en 1924.

Waarom iedereen de Joodse, homoseksuele schrijver en activist Jacob Israël de Haan zou moeten kennen

“Deze tedere activist verkoos liefde boven woede”

Jacob Israël de Haan in Palestina, tussen 1919 en 1924.
Gepubliceerd
Leestijd: 5 min

Precies honderd jaar geleden werd de openlijk homoseksuele Joodse schrijver, dichter en anti-zionist Jacob Israël de Haan vermoord. Schrijver en journalist Mounir Samuel, die werd bestempeld tot een van zijn geestelijke nazaten, beargumenteert waarom zijn verhaal juist in deze tijd zeer relevant is.

Op zondag 9 mei vond in Boekhandel Pampus de presentatie plaats van het kunstcahier De tedere activist, een artistieke ode aan het werk van Jacob Israël de Haan (1881-1924). Tot voor kort had ik nog niet van deze dichter, schrijver, rechtsgeleerde en (anti)zionist gehoord, en dat terwijl zijn werk juist nu relevanter dan ooit blijkt. 

de haan was de eerste openlijk homoseksuele auteur die herleidbaar ‘uit de kast‘ kwam.

De Haan groeide eind negentiende eeuw op als een van de vele kinderen in een straatarm Joods gezin in Zaandam. Hij volgde de lerarenopleiding in Haarlem en studeerde vervolgens rechten in Amsterdam. Als verstokt socialist trok hij naar tsaristisch Rusland om de vele politieke dissidenten in de gevangenissen op te zoeken. Hij schrok zo van wat hij daar zag dat hij eenmaal terug in Nederland met een groep medeactivisten verstokt brieven begon te schrijven aan de Franse en Britse overheden om hen te overtuigen meer druk op hun toenmalige bondgenoot Rusland uit te oefenen. Amnesty International beschreef hem daarom ooit als geestelijk voorvader. 

persona non grata

De Haan was homoseksueel en dat schoof hij geheel tegen de tijdsgeest in niet onder stoelen of banken. Hij schreef vele erotische en romantische sonnetten en gedichten en publiceerde in 1904 de roman Pijpelijntjes, de eerste Nederlandstalige ik-roman die zich afspeelde in de Amsterdamse wijk de Pijp en die zeer herkenbaar over hemzelf en zijn mannelijke partner “Sam” ging. De Haan was daarmee de eerste openlijk homoseksuele auteur die op die manier herleidbaar ‘uit de kast’ kwam – hoewel die term toen totaal niet salonfähig was.

Het boek kwam hem duur te staan. Het socialistische blad Het Volk, waar hij een kinderrubriek had, ontsloeg hem onmiddellijk. Een homoseksueel die artikelen en verhaaltjes voor kinderen schreef, dat kon natuurlijk niet – gelet op de grote commotie vorig jaar rond het Kinderboekenweekgedicht van Pim Lammers lijkt wat dat betreft weinig veranderd in meer dan een eeuw tijd. De Haan werd persona non grata. Zijn geliefde in die tijd kocht zelfs een grote oplage van de roman op om deze vervolgens te vernietigen. 

geen land zonder volk

Op zoek naar een nieuw thuis emigreerde De Haan in 1919 als zionist naar Palestina, hoewel hij daar ook al snel enige heimwee kreeg naar Amsterdam, zo blijkt uit onderstaand gedicht.

Onrust

Die te Amsterdam vaak zei: ‘Jeruzalem.’
En naar Jeruzalem gedreven kwam.
Hij zegt met een mijmerende stem:
‘Amsterdam, Amsterdam.’

Al snel zag De Haan het enorme machtsmisbruik en geweld van medezionisten. “Wij zijn weliswaar wel een volk zonder land, maar dit is geen land zonder volk”, concludeerde hij. De Haan werd een belangrijk gezicht in de ultraorthodoxe Joodse gemeenschap en keerde hij zich af van een militante en politieke creatie van de staat Israël. Hij had een diep respect en liefde voor het Palestijnse volk en bewonderde met name de intieme onderlinge mannelijke verhoudingen. Hij kreeg meerdere malen een verhouding met Palestijnse mannen, waar hij prachtige gedichten over schreef, zoals het volgende.

Nachtrit 

Ik vroeg Adil, waaraan hij rijdend dacht.
Hij zeide: ‘Aan Allah,’ in een eenvoud groot.
God voert ons heden veilig door de nacht.
En morgen veilig naar de dood.

doodsbedreigingen

Dat schrijven over de dood was niet zomaar. De Haans kritiek op de zionistische beweging werd steeds luider en daarmee ook de bedreigingen die hem ten deel vielen. De Haan kreeg steeds meer doodsbedreigingen, waarvan één zelfs op het officiële briefpapier van de gouverneur. 

Honderd jaar geleden, op 30 juni 1924, werd De Haan vermoord. Decennialang werd geclaimd dat de dader een Palestijnse vader was die De Haans liefde voor zijn zoon kwam wreken. Dit kwam de zionistische beweging goed uit en versterkte de heersende anti-Arabische sentimenten in de stad. Maar niets bleek minder waar. Pas in de jaren negentig werd na lang onderzoek definitief vastgesteld dat de dader Avraham Tehomi was, die De Haan in opdracht van de zionistische terreurorganisatie Hagana op klaarlichte dag doodschoot. Dit met direct medeweten van Itzhak Ben-Zvi, die later de tweede president van de Staat Israël werd.

geestelijke nazaten

In zijn dagboeken schreef De Haan dat hij het erg vond dat hij nooit kinderen had gekregen. Maar Mark Schalken, de samensteller van het eerdergenoemde kunstcahier  De tedere activist, benoemde schrijver Raoul de Jong en mij in een ingevoegd essay tot zijn geestelijke nazaten. Schalken schrijft hoe wij net als De Haan beiden bicultureel zijn (al gebruik ik zelf de term ‘pluricultureel’), vanuit een spirituele/religieuze overtuiging werken (De Jong vanuit het wintigeloof, ik vanuit het christendom), het woord als krachtigste wapen gebruiken en hoe we beiden in ons werk een eendimensionale focus op seksuele oriëntatie en genderidentiteit overstijgen, zonder dat we hier een geheim van maken. Zo verwijst Schalken in mijn geval expliciet naar al mijn werk over de klimaatramp, zoals mijn boek en podcast Jona zonder walvis.

Het voelde aanvankelijk wat gek om tot een geestelijk erfgenaam te worden bestempeld van iemand die ik niet kende, maar toen ik me eenmaal in De Haan verdiepte, vond ik het slechts een eer en ontdekte ik zelfs nog veel meer raakvlakken. Zo vind ik de synergie tussen zijn geloof en homoseksuele liefde, die hem sterkten in zijn strijd voor recht en rechtvaardigheid, meer dan herkenbaar. Het was juist door mijn liefde voor mijn Schepper dat ik de schepping van mijzelf wist te eren en in transitie ging, al werd dat destijds door gelovigen en ongelovigen absoluut niet begrepen – en nog steeds door een groot deel van de samenleving niet werkelijk geaccepteerd, laat staan gerespecteerd.

tedere verzetsstrijder

Een korte rondvraag in mijn omgeving wijst uit dat ik niet de enige ben die De Haan nog niet kende. In Israël zou zijn nalatenschap zelfs bewust zijn gewist, omdat die herinnert aan de bloederige en brute wijze waarop de staat Israël zich formeerde, zo vertelde De Haan-kenner Mattias Duyves, die tevens een essay schreef voor het kunstcahier. Israël houdt graag het beeld in stand dat in 1948 de staat vanuit het niets uiterst vreedzaam en met hulp van de VN uit werd geroepen, maar niets is minder waar. De Oost-Europese Joden die de pogroms uit de jaren twintig van de vorige eeuw ontvluchtten, voerden eenmaal in Palestina dezelfde pogroms uit en verenigden zich in radicaal-zionistische en Joodse terreurorganisaties, waar uiteindelijk ook De Haan de dood door vond. Ook in Nederland viel De Haan lang weinig eer ten deel, al was het maar vanwege zijn openlijke homoseksualiteit.

Het werk van De Haan is echter urgenter en belangrijker dan ooit. We moeten de Joodse stem die ons de richting wijst hoe kritisch te zijn op de Staat Israël zonder ons schuldig te maken aan antisemitisme ook postuum versterken.

Hoe teder deze activist was blijkt wel uit de gevierde zin van De Haan die is gebruikt op het Homomonument bij de Westerkerk in Amsterdam: Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen.

Gelet op de geschiedenis van De Haan heeft deze zin in deze tijd extra betekenis gekregen. De regel kan namelijk ook worden uitgelegd als een verlangen om de identitaire verschillen te overstijgen en werkelijk vriendschap en broederschap te creëren tussen Joden en Palestijnen.

De Haan was een verzetsstrijder van zijn tijd, een tedere activist die de liefde boven de woede verkoos. Want uiteindelijk is geen kracht sterker dan zij.

de haan maand

De hele maand juni zijn er activiteiten in het kader van het 100 jarige overlijden van Jacob Israël De Haan.

Zo vindt op vrijdag 14 juni De Haan en het Joodse lied plaats in de Uilenburgersjoel (synagoge), Nieuwe Uilenburgerstraat 91 te Amsterdam. Tussen 15:30 en 17:30 uur vindt er het rondetafelgesprek “Queerdox” plaats. Tussen 17:30 - 19:30 uur vindt een Queer-joods buffet plaats. En vanaf 20:00 uur is er een concert waar de teksten van De Haan op muziek zijn gezet en joodse liederen ten gehoren worden gebracht, genaamd ‘God en de knaap.’

Op zaterdag 29 juni is er tussen 17:00 en 18:00 uur een boekpresentatie in de Balie in Amsterdam en vanaf 20:00 uur een debatprogramma.

Op zondag 30 juni, De Haans sterfdag, zijn er vanaf 12:00 uur tal van programma’s in de Balie, waaronder ’s avonds de vertoning van een nieuwe documentaire over zijn leven.

Meer informatie: jacobisraeldehaan.nl

Powered by Labrador CMS